ECLI:NL:RBMNE:2020:2803
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten van bewindvoering op grond van voldoende draagkracht
In deze zaak hebben eisers, die sinds 1 oktober 2018 onder bewind staan, een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering. De aanvraag, die betrekking had op de periode van 1 juni 2019 tot en met december 2019 voor een bedrag van € 1.240,18, werd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen afgewezen. De reden voor de afwijzing was dat eisers over voldoende draagkracht beschikten om in deze kosten zelf te voorzien, zoals vastgelegd in artikel 35, eerste lid, van de Participatiewet (Pw).
Eisers hebben vervolgens bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het college verklaarde het bezwaar ongegrond. Hierop hebben eisers beroep ingesteld. Tijdens de zitting, die via Skype for Business plaatsvond, hebben eisers hun beroepsgronden beperkt tot een beroep op zeer dringende redenen om toch bijzondere bijstand te verlenen, zoals bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Pw. Eisers voerden aan dat zij te maken hebben met medische, sociale en financiële problemen en dat zij de hulp van hun bewindvoerder nodig hebben om verdere financiële problemen te voorkomen.
De rechtbank oordeelde echter dat het beroep van eisers op artikel 16, eerste lid, van de Pw niet slaagde. De rechtbank stelde vast dat de afwijkingsbevoegdheid van artikel 16, eerste lid, niet van toepassing is op aanvragen die zijn afgewezen op grond van artikel 35, eerste lid, van de Pw. Dit betekent dat eisers zich niet konden beroepen op de mogelijkheid van bijstandsverlening op basis van zeer dringende redenen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier A.G.C. Bulten, op 15 juli 2020.