ECLI:NL:CRVB:2016:2668
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aansprakelijkheid voor schade door vermeend pestgedrag binnen het Kadaster
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin zijn beroep tegen het besluit van de Raad van Bestuur van het Kadaster om aansprakelijkheid voor schade als gevolg van vermeend pestgedrag af te wijzen, ongegrond werd verklaard. Appellant, werkzaam bij het Kadaster, heeft in 2010 klachten geuit over pestgedrag van collega's, wat leidde tot zijn ziekmelding. Na een intern onderzoek door Berenschot, dat concludeerde dat er geen sprake was van pestgedrag, heeft de Raad van Bestuur appellant ontslagen. Appellant stelde de Raad van Bestuur aansprakelijk voor de schade die hij zou hebben geleden door het vermeende pestgedrag. De rechtbank oordeelde dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij was gepest en dat er geen aanleiding was voor de Raad van Bestuur om nader onderzoek te verrichten.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat de Raad van Bestuur tekort is geschoten in zijn zorgplicht als werkgever. De Centrale Raad van Beroep heeft overwogen dat een ambtenaar recht heeft op schadevergoeding als het bestuursorgaan zijn zorgplicht niet nakomt. De Raad benadrukte dat de in het werk of de werkomstandigheden gelegen factoren die schade veroorzaken, geobjectiveerd moeten worden. De Raad concludeerde dat het gedrag van de collega's van appellant niet als pestgedrag kon worden aangemerkt en dat er geen buitensporige werkomstandigheden waren waartegen de Raad van Bestuur had moeten optreden. Het hoger beroep werd verworpen en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.