ECLI:NL:CRVB:2016:111
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verrekening van schuld met uitkering en bewijslastverdeling bij verrekening in het bestuursrecht
In deze zaak gaat het om de verrekening van een schuld met een uitkering, waarbij appellante een ouderdomspensioen en bijstand ontvangt. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft een schuld van appellante aan haar vastgesteld, die voortvloeit uit te veel betaalde AIO-aanvulling. De Svb heeft besloten om maandelijks een bedrag van € 101,63 in te houden op de uitkering van appellante. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte geen rekening heeft gehouden met haar financiële situatie en dat de Svb verplicht was om informatie over haar financiële situatie op te vragen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb inderdaad had moeten zorgen voor de benodigde informatie om de beslagvrije voet te bepalen. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en het besluit van de Svb, en herroept het besluit tot verrekening. Tevens wordt de Svb veroordeeld in de kosten van appellante.