Uitspraak
8 januari 2013, 12/1176 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
re-integratie van betrokkene en dat zij daarom het loon niet langer hoeft door te betalen.
Het Uwv heeft dus, met andere woorden, besloten geen loonsanctie op te leggen.
31 augustus 2014, een uitkering op grond van de WW ontvangen. Hij heeft zich vanuit de WW ziek gemeld en vanaf 8 april 2014 een uitkering op grond van de Wet WIA ontvangen; eerst een loongerelateerde WGA-uitkering en vanaf 2 juli 2014 een loonaanvullingsuitkering.
a, c en e - berust op de gedachte dat wanneer het Uwv een loonsanctie zou hebben opgelegd zijn werkgeefster verplicht zou zijn geweest hem zijn loon volledig door te betalen, zijn arbeidsovereenkomst pas later had kunnen worden beëindigd, hij even zoveel langer pensioen had kunnen opbouwen en hij pas even zoveel later een beroep had hoeven te doen op de WW. Betrokkene kan hierin niet worden gevolgd.
re-integratieverplichtingen herstelt. Het gaat hier om een verlenging met ten hoogste 52 weken. Op grond van artikel 7:629, eerste lid, van het BW - voor zover hier van belang - behoudt de werknemer voor een tijdvak van 104 weken recht op 70% van het naar tijdsruimte vastgestelde loon, indien hij de bedongen arbeid niet heeft verricht, omdat hij in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte daartoe verhinderd was.
post - het oog heeft gehad op schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
BESLISSING
F.M.S. Requisizione als leden, in tegenwoordigheid van V. van Rij als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 5 augustus 2015.