ECLI:NL:CRVB:2015:1751
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten eigen risico zorgverzekering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van het eigen risico van de zorgverzekering door het college van burgemeester en wethouders van Heerlen. De appellant had in maart 2012 een aanvraag ingediend, die door het college op 25 april 2012 werd afgewezen. Het college stelde dat er sprake was van een voorliggende voorziening in de zin van artikel 15 van de Wet werk en bijstand (WWB), en dat er geen zeer dringende redenen waren om bijzondere bijstand te verlenen.
De rechtbank verklaarde het beroep van de appellant ongegrond, waarna de appellant in hoger beroep ging. Tijdens de zitting op 21 april 2015 was de appellant niet aanwezig, maar het college werd vertegenwoordigd door een advocaat. De Raad overwoog dat de wetgever bewust heeft gekozen voor een verplicht eigen risico, wat betekent dat er in beginsel sprake is van een passende en toereikende regeling. De Raad oordeelde dat de situatie van de appellant niet voldeed aan de criteria voor zeer dringende redenen, zoals bedoeld in artikel 16 van de WWB. De Raad bevestigde dat de beleidsregel van het college geen mogelijkheid biedt voor toekenning van bijzondere bijstand voor de kosten van het eigen risico.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.