ECLI:NL:CRVB:2018:354
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijstandsverlening en territorialiteitsbeginsel
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin zijn verzoek om bijstandsverlening over de periode van 1 januari 2012 tot 1 mei 2015 werd afgewezen. Appellant, die in die periode in Ivoorkust verbleef, stelde dat hij recht had op bijstand op grond van zeer dringende redenen, zoals bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Participatiewet (PW). De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een acute noodsituatie die alleen door bijstandsverlening kon worden verholpen. De Raad bevestigde dat het territorialiteitsbeginsel van toepassing was, wat betekende dat appellant geen recht had op bijstand terwijl hij niet in Nederland woonde. De Raad wees ook het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen onrechtmatig bijstandsbesluit was vastgesteld. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.