Uitspraak
,waarop namens het Uwv is gereageerd.
OVERWEGINGEN
.Bij besluit van 26 oktober 2010 heeft het Uwv vastgesteld dat voor appellant op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) met ingang van 27 december 2010 recht is ontstaan op een loongerelateerde WGA-uitkering. De mate van arbeidsongeschiktheid is bepaald op 58%
.De loongerelateerde uitkering is toegekend tot
.Daartoe heeft appellant - kort gezegd - aangevoerd dat sprake is van een onzorgvuldig onderzoek, dat er in onvoldoende mate rekening is gehouden met zijn beperkingen en dat de geselecteerde functies niet geschikt zijn te achten.
,appellant op het spreekuur onderzocht en informatie opgevraagd bij de cardioloog. Deze informatie is door de verzekeringsarts bij zijn beoordeling betrokken. In bezwaar heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep het dossier bestudeerd, kennis genomen van de aanwezige medische informatie en de hoorzitting bijgewoond. Hij heeft deze gegevens betrokken bij zijn beoordeling. Daarmee is een zorgvuldig onderzoek ingesteld naar de klachten van appellant en de daaruit voortvloeiende beperkingen. Het oordeel van de rechtbank dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek zorgvuldig tot stand is gekomen wordt daarom onderschreven. De gestelde dreiging die van de beoordeling door de verzekeringsarts bezwaar en beroep zou zijn uitgegaan, kan, wat er ook van zij, niet afdoen aan de medische beoordeling en daarvan kan niet worden gezegd dat deze niet overeenkomstig de eisen van het Schattingsbesluit heeft plaatsgevonden. Ook uit de in de loop van de procedure verder bekend geworden medische gegevens vloeit niet voort dat het bestreden besluit onzorgvuldig is voorbereid.