ECLI:NL:CRVB:2015:1607
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- J.F. Bandringa
- C.H. Rombouts
- M. ter Brugge
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over bijzondere bijstand en het territorialiteitsbeginsel in het bestuursrecht
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 26 mei 2015, wordt het hoger beroep van het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland behandeld. De zaak betreft de aanvraag van betrokkene om bijzondere bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) voor de kosten van eerste huur, stoffering en inrichting van zijn woning. Betrokkene, die sinds 1997 in Nederland woont, heeft in 2013 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand, die door het college werd afgewezen op grond van het territorialiteitsbeginsel. De rechtbank heeft het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het college opgedragen een nieuwe beslissing te nemen.
De Raad oordeelt dat het college ten onrechte het territorialiteitsbeginsel heeft ingeroepen om de aanvraag van betrokkene af te wijzen. De Raad stelt vast dat de kosten van woninginrichting noodzakelijk zijn en dat deze voortvloeien uit bijzondere omstandigheden van betrokkene, zoals de financiële lasten van het onderhouden van zijn gezin in Libanon en de medische kosten voor zijn kind. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en draagt het college op om het gebrek in het besluit te herstellen. De Raad benadrukt dat de bijzondere bijstand bedoeld is om te voorzien in de noodzakelijke kosten van het bestaan in Nederland, en dat de medische kosten in Libanon niet als reden kunnen worden gebruikt om de aanvraag voor bijstand te weigeren. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de toepassing van het territorialiteitsbeginsel in relatie tot bijzondere bijstand.