ECLI:NL:CRVB:2015:1316
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid en de toekenning van WGA-uitkering op basis van medische en arbeidskundige rapporten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering aan appellant, die in de arbeidsongeschiktheidsklasse van 35 tot 45% valt. De Raad heeft vastgesteld dat er voldoende medische grondslag is voor de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellant, en dat er een voldoende aantal geschikte functies beschikbaar is. De Raad heeft de eerdere besluiten van het Uwv, die de mate van arbeidsongeschiktheid op 35,43% vaststelden, vernietigd en de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 36,83%. De Raad heeft ook geoordeeld dat de zomerbonus van € 554,53 ten onrechte niet was meegenomen in de berekening van het maatmaninkomen, maar dat dit niet leidde tot een hogere mate van arbeidsongeschiktheid. Tevens is er een schadevergoeding toegekend aan appellant wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De Raad heeft de Staat en het Uwv ieder veroordeeld tot betaling van € 500,- aan appellant als schadevergoeding.