ECLI:NL:CRVB:2014:4044
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening studiefinanciering en terugvordering op basis van woonadres
In deze zaak gaat het om de herziening van de studiefinanciering van appellante, die door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is teruggevorderd. De Minister heeft vastgesteld dat appellante niet woonde op het adres waar zij in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) stond ingeschreven. Dit besluit volgde na een huisbezoek op 23 september 2013, waarbij controleurs constateerden dat appellante geen eigen ingerichte kamer had en dat de omstandigheden op het GBA-adres niet overeenkwamen met haar verklaringen. De Minister had eerder studiefinanciering toegekend op basis van de norm voor een uitwonende studerende, maar heeft deze herzien naar de norm voor een thuiswonende studerende, wat resulteerde in een terugvordering van € 2.902,70.
De rechtbank Den Haag heeft het beroep van appellante tegen het besluit van de Minister ongegrond verklaard. Appellante was het niet eens met deze uitspraak en heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 12 november 2014 heeft appellante, bijgestaan door haar advocaat, haar standpunt toegelicht. De Minister werd vertegenwoordigd door een gemachtigde. Appellante betoogde dat het onderzoek onzorgvuldig was omdat zij niet aanwezig was bij het huisbezoek en dat er onvoldoende rekening was gehouden met de tijdelijke situatie in de woning.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat de Minister voldoende bewijs heeft geleverd dat appellante niet voldeed aan de voorwaarden voor het ontvangen van studiefinanciering als uitwonende studerende. De Raad bevestigde de bevindingen van de rechtbank en oordeelde dat de conclusie van de Minister, gebaseerd op de resultaten van het huisbezoek, gerechtvaardigd was. De Raad oordeelde dat het niet noodzakelijk is dat de studerende aanwezig is bij het huisbezoek en dat appellante voldoende gelegenheid heeft gehad om haar standpunt naar voren te brengen tijdens de bezwaarfase. Het hoger beroep van appellante is dan ook afgewezen en de aangevallen uitspraak is bevestigd.