Uitspraak
OVERWEGINGEN
(Vo 1408/71) en - vanaf 1 mei 2010 - artikel 21 van Verordening (EG) nr. 883/2004
E106-formulier en daardoor bijdrageplichtig zonder hierin een keuze te hebben.
Vo 883/2004 wordt - kort gezegd - onder gezinslid verstaan, de echtgenoot en de kinderen van een verzekerde of verdragsgerechtigde indien zij volgens de wetgeving van het woonland als meeverzekerd gezinslid kunnen worden aangemerkt. Zoals in 1.2 is overwogen heeft de AOK, als het bevoegde orgaan van de woonplaats van appellant, middels de E106-verklaring de kinderen van appellant ingeschreven, waarmee is bevestigd dat zij vanaf 1 januari 2008 volgens de Duitse wetgeving recht hebben op zorg in Duitsland ten laste van Nederland. Gesteld noch gebleken is dat het Duitse orgaan is uitgegaan van onjuiste gegevens met betrekking tot de rechtspositie van de kinderen dan wel dat de dochters een eigen wettelijk recht op zorg hadden in de periode in geding, zodat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de geldigheid van de E106-verklaring. Zie in dit verband ook de uitspraak van de Raad van
9 augustus 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:1382. Dit betekent dat het Zorginstituut dochter [naam dochter 1] in 2008 en dochter [naam dochter 2] enkele maanden in 2010 terecht heeft aangemerkt als verdragsgerechtigde gezinsleden van appellant in de zin van artikel 19 van Vo 1408/71 en artikel 21 van Vo 883/2004. De ingevolge artikel 69, tweede lid, van de Zvw en de artikelen 6.3.1 en 6.3.2 van de Regeling Zorgverzekering voor een gezinslid verschuldigde nominale bijdrage wordt door het Zorginstituut ingevolge artikel 6.3.4 van de Regeling Zorgverzekering geheven en geïnd bij de verzekeringsplichtige. Nu de hoogte van de verschuldigde bijdrage niet is aangevochten, zijn de bijdragen Zvw voor zijn dochters rechtmatig vastgesteld en terecht bij appellant in rekening gebracht. Overigens is de volgens artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 574/72 verplichte inschrijving met een formulier E106 bij het bevoegde orgaan van de woonplaats slechts een administratieve formaliteit, die moet worden vervuld om te verzekeren dat de verstrekkingen in het woonland inderdaad worden toegekend. Dit formulier is zuiver declaratoir en vormt geen voorwaarde voor het ontstaan van rechten op prestaties. Dit betekent dat een persoon in de situatie van appellant de bijdrage voor zijn verdragsgerechtigde gezinsleden altijd verschuldigd is, ook als hij zijn gezinsleden niet zou hebben ingeschreven bij het bevoegde orgaan van de woonplaats.
Vo 883/2004 omvat voor de toepassing van die verordening de term “pensioen” tevens renten, waaronder ook een WIA-uitkering moet worden gevat. Evenals de rechtbank heeft overwogen, volgt ook uit Bijlage XI onder Nederland 1. Zorgverzekering onder f, dat arbeidsongeschiktheidsuitkeringen onder de term “pensioen” vallen.