ECLI:NL:CRVB:2015:85
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- H.J. Dekker
- Rechtspraak.nl
Beoordeling buitenlandbijdrage Zorginstituut Nederland in hoger beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 januari 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellante die in Hongarije woont. De appellante ontving in 2010 een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en had zich ingeschreven voor medische zorg in Duitsland. Het Zorginstituut Nederland, als rechtsopvolger van het College voor zorgverzekeringen, had de buitenlandbijdrage over 2010 vastgesteld op € 4.596,61. De appellante was het niet eens met deze vaststelling en had bezwaar aangetekend, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard door het Zorginstituut. De rechtbank Amsterdam had het beroep van de appellante tegen deze beslissing ook ongegrond verklaard.
In hoger beroep herhaalde de appellante haar gronden en stelde dat de rechtbank niet was ingegaan op haar argument dat het Zorginstituut niet bevoegd was om de buitenlandbijdragen vast te stellen. De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en bevestigd dat het Zorginstituut bevoegd is om de buitenlandbijdragen te heffen en in te vorderen. De Raad heeft de systematiek van de buitenlandbijdrage correct uiteengezet en heeft geen aanleiding gezien om tot een ander oordeel te komen dan eerder is vastgesteld in een vergelijkbare zaak van de echtgenoot van de appellante.
De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt en heeft de aangevallen uitspraak bevestigd. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.