Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- bepaalt dat van de Svb griffierecht ad € 454,- wordt geheven.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de korting op het AOW-pensioen en de partnertoeslag van een betrokkene die als zeeman heeft gewerkt. De betrokkene, geboren in 1938 op Kaapverdië, heeft van 1963 tot 1969 aan boord van Nederlandse zeeschepen gewerkt, maar was in die periode niet verzekerd voor de AOW vanwege zijn Portugese nationaliteit. De Raad heeft eerder geoordeeld dat het onderscheid naar nationaliteit in het verleden niet in strijd was met internationaal recht, maar in deze zaak werd geoordeeld dat de doorwerking van dit onderscheid niet langer gerechtvaardigd is. De rechtbank had eerder het besluit van de Sociale Verzekeringsbank vernietigd, omdat het niet zorgvuldig was voorbereid en de betrokkene niet als niet-verzekerd kon worden aangemerkt voor de AOW. De Centrale Raad bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat de betrokkene vanaf 1963 in de Nederlandse rechtssfeer heeft verbleven en dat de bepalingen die hem uitsloten van verzekering op basis van nationaliteit in strijd zijn met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De Raad concludeerde dat de korting op het pensioen van de betrokkene verlaagd moest worden en dat de eerdere besluiten van de Sociale Verzekeringsbank niet meer geldig zijn. De uitspraak benadrukt de noodzaak van gelijke behandeling ongeacht nationaliteit in het sociale zekerheidsrecht.