ECLI:NL:CRVB:2014:3233
Centrale Raad van Beroep
- Prejudiciële beslissing
- Rechtspraak.nl
Prejudiciële beslissing over AOW-rechten van Oostenrijkse zeevarenden
Op 6 oktober 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep een prejudiciële beslissing gevraagd aan het Hof van Justitie van de EU over de AOW-rechten van twee Oostenrijkse zeevarenden die in de jaren zestig voor de Holland-Amerika Lijn hebben gewerkt. De betrokkenen kregen geen volledige AOW omdat Oostenrijk destijds geen EU-lid was. De Raad heeft het verzoek gedaan in het kader van een hoger beroep van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Amsterdam die de SVB had opgedragen om opnieuw te beslissen over de AOW-aanvragen van de betrokkenen. De Raad heeft vastgesteld dat de betrokkenen in de periode van hun werkzaamheden niet verzekerd waren voor de AOW, omdat zij als vreemdelingen aan boord van een Nederlands schip werkten en geen woonplaats aan de wal hadden. De Raad heeft de vraag opgeworpen of het onderscheid naar nationaliteit in de AOW-regelgeving in strijd is met het verbod op discriminatie op grond van nationaliteit, zoals vastgelegd in het EVRM en het VWEU. De Raad heeft ook vragen geformuleerd over de toepassing van Europese regelgeving, met name Vo 1408/71, en de gevolgen van de toetreding van Oostenrijk tot de EU voor de rechten van de betrokkenen. De Centrale Raad van Beroep heeft de verdere behandeling van de gedingen aangehouden totdat het Hof uitspraak heeft gedaan.