Artikel 71a, eerste lid, WAO: Gelijktijdig met de aangifte van arbeidsongeschiktheid, bedoeld in artikel 38, eerste lid van de Ziektewet legt de werkgever aan het Landelijk instituut sociale verzekeringen een door hem in overleg met de werknemer opgesteld adequaat reïntegratieplan over ten behoeve van de herintreding van de werknemer in het arbeidsproces. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen stelt regels inzake voorlopige of volledige reïntegratieplannen en eventueel noodzakelijke vervolgplannen en stelt minimumeisen, waaraan deze plannen moeten voldoen.
Artikel 38, eerste lid, Ziektewet: De werkgever van de verzekerde die bij ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte recht heeft op loon doet, uiterlijk op de eerste dag nadat de ongeschiktheid van die werknemer dertien weken heeft geduurd, aangifte van die ongeschiktheid bij het Landelijk instituut sociale verzekeringen. De werkgever geeft daarbij de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken op. Voor het bepalen van het tijdvak van dertien weken worden tijdvakken van ongeschiktheid tot werken samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen.
Artikel 71a, vierde lid, WAO: Indien de werkgever de verplichting, bedoeld in het eerste, tweede of derde lid, zonder deugdelijke grond niet of niet behoorlijk is nagekomen, legt het Landelijk instituut sociale verzekeringen hem een boete op van ten hoogste f 1.000,--.
Artikel 71a, zevende lid, WAO: De artikelen 29a, derde, vierde en zesde lid, 29b, 29c, 29e, eerste lid, eerste volzin, en tweede lid en 29g, eerste, vierde, vijfde, achtste en negende lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 29a, tweede lid, WAO: De hoogte van de boete wordt afgestemd op de ernst van de gedraging, de mate waarin de belanghebbende of zijn wettelijke vertegenwoordiger de gedraging verweten kan worden en de omstandigheden waarin hij verkeert. Van het opleggen van een boete wordt in elk geval afgezien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.
Artikel 29a, zesde lid, WAO: Het landelijk instituut sociale verzekeringen stelt nadere regels met betrekking tot het eerste en het tweede lid.
Artikel 4 Boetebesluit:
-1. De verplichting, bedoeld in artikel 71a, eerste, tweede en derde lid is niet of niet behoorlijk nagekomen indien:
a. het voorlopig reïntegratieplan niet tijdig is ingediend of niet adequaat is, of
b. het volledige reïntegratieplan niet tijdig is ingediend of niet adequaat is.
-2. De hoogte van de boete, bedoeld in artikel 71a, vierde lid, WAO bedraagt:
a. f 150,--, indien het voorlopige of volledige reïntegratieplan minder dan 7 kalenderdagen te laat is ingediend;
b. f 500,--, indien het voorlopige of volledige reïntegratieplan dat uiterlijk op de eerste dag nadat de ongeschiktheid van de werknemer dertien weken heeft geduurd moet worden ingediend, 7 kalenderdagen of meer doch minder dan 28 kalenderdagen te laat is ingediend;
c. f 1.000,--, indien het voorlopige of volledige reïntegratieplan dat uiterlijk op de eerste dag nadat de ongeschiktheid van de werknemer dertien weken heeft geduurd moet worden ingediend, 28 kalenderdagen of meer te laat is ingediend;
d. f 1.000,--, indien het volledige reïntegratieplan dat uiterlijk vier maanden voor het einde van de wachttijd van de WAO moet worden ingediend, 7 kalenderdagen of meer te laat is ingediend;
e. f 1.000,--, indien het voorlopige of volledige reïntegratieplan niet adequaat is.
-3. De boete wegens het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in het eerste lid onder a of onder b, bedraagt niet meer dan f 1.000,--.