Uitspraak
Nederlandse Zorgautoriteit, verweerster
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen(Zilveren Kruis), te Amsterdam,
Zilveren Kruis heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam 6] , bijgestaan door de gemachtigden van Zilveren Kruis.
1.Inleiding
de kosten voor het beschikbaar hebben van acute ggz te dekken door middel van een “voorlopig budget voor acute ggz” en een “voorlopig opbrengstresultaat voor acute ggz”.
2.2. Feiten en omstandigheden
In artikel 52 van de Wmg is geregeld dat een tarief ambtshalve door verweerster kan worden vastgesteld, of op basis van een gezamenlijke aanvraag van een zorgaanbieder en een zorgverzekeraar. Een tarief kan ook worden vastgesteld op basis van een eenzijdige aanvraag van een zorgaanbieder of zorgverzekeraar als er geen tweezijdige aanvraag is gedaan of als zo’n aanvraag is afgewezen. Een aanvraag wordt op grond van artikel 55 van de Wmg in ieder geval door verweerster afgewezen als de voorstellen in de aanvraag in strijd zijn met beleidsregels van verweerster of niet aan de eisen voldoen.
In de Beleidsregel is bepaald dat aanvragen die tweezijdig zijn ingediend, dat wil zeggen door de gebudgetteerde zorgaanbieder (in deze zaak: appellante) en de representerende zorgverzekeraar (in deze zaak: Zilveren Kruis) samen, door verweerster in behandeling worden genomen. Verweerster toetst op grond van artikel 4.1.2.1 van de Beleidsregel of de tweezijdige aanvraag in overeenstemming is met de (reken)regels in de beleidsregel. Verweerster kan ambtshalve het voorlopig opbrengstverschil lager of hoger vaststellen. In artikel 5 van de Beleidsregel zijn de vaste tarieven voor de verschillende acute ggz-zorgprestaties, zoals nader omschreven in artikel 1, onder e, van de Beleidsregel vastgelegd, verdeeld over zes categorieën, te weten: I personeel triage, II personeel beoordeling, III beschikbaarheid van ambulante (outreachende) crisisbehandeling tot 72 uur (“behandeling”), IV beschikbaarheid van crisisbedden en opname tot 72 uur (“bedden”), V materiële kosten en VI ambulante kapitaallasten. Deze categorieën fungeren voor het berekenen van het budget dat nodig is om deze zorg beschikbaar te hebben als zogenoemde “budgetparameters”.
(…)
Wij willen er graag voor zorgen dat u snel duidelijkheid heeft over uw
(…)
Met deze brief bieden wij u de mogelijkheid om alsnog - uiterlijk 8 januari 2020 - het budgetformulier volledig ingevuld in te dienen.
€ 8.925.475,-- en als voorlopige opbrengsten op grond van de Zvw een bedrag van
€ 2.843.832,02 vermeld. Het gevraagde budget is verdeeld over vier van de zes parameters. Bij de parameters II en IV (behandeling en bedden) is niets ingevuld. Ook is de verwachte verblijfsduur van de patiënten niet ingevuld.
In de 4 jaar om de GMAP in te voeren, gaan we o.a. met onze verzekeraar in gesprek om ook alle onderdelen van de GMAP mee te gaan nemen in de financiering, maar voor 2020 kwam deze stap helaas te snel.
3.Standpunten van partijen
(1) Het besluit is in strijd met de Beleidsregel gestoeld op een onvolledige tweezijdige aanvraag.
(2) Verweerster heeft onvoldoende onderzoek verricht, het toegekende budget is niet kostendekkend. Verweerster kon niet aan de hand van het door haar verrichte (onvolledige en onzorgvuldige) onderzoek tot de conclusie komen dat het aangevraagde budget kostendekkend en/of realistisch is.
(3) Het bestreden besluit is in strijd met de Beleidsregel niet gebaseerd op het regioplan maar op het rekenmodel van Zorgverzekeraars Nederland.
(4) Verweerster houdt ten onrechte geen rekening met de bij het College aanhangige beroepen (waaronder van appellante) tegen de tariefbeschikkingen 2020 voor de ggz.
€ 8,9 miljoen maar een beperkt deel van de benodigde acute zorgverlening gedaan kon worden, namelijk de budgetparameters I (triage) en II (beoordeling). De onderdelen III (beschikbaarheid van ambulante (outreachende) crisisbehandeling tot 72 uur, hierna: behandeling) en IV (beschikbaarheid van crisisbedden en opname tot 72 uur, hierna: bedden) konden niet in het budgetformulier worden meegenomen, maar zouden volgens appellante aanvullend gefinancierd worden door middel van de reguliere zorgcontracten. Appellante verwijt verweerster dat zij op 27 januari 2020 wél informeerde naar de lege velden bij de budget-parameters behandeling en bedden, maar vervolgens niet aansloeg op de reactie van appellante dat Zilveren Kruis vanwege het rekenmodel van Zorgverzekeraars Nederland niet bereid was het volledige budget conform GMAP en het regioplan te financieren en dat de niet ingevulde parameters aanvullend (regulier) gefinancierd zouden worden. Over dat laatste stelt appellante dat verweerster toch weet dat het niet mogelijk is om buiten de vaststelling van het budget voor acute zorg nog aanvullend te financieren.
4.Beoordeling
Als u voor 8 januari 2020 geen nieuwe, volledige, budgetaanvraag indient, dan nemen wij op de reeds ingediende budgetaanvraag een besluit. Het besluit zal dan luiden [dat] wij uw aanvraag niet verder in behandeling nemen. De budgetsystematiek voor de acute psychiatrische hulpverlening is dan niet op u van toepassing”) appellante ook wel aanleiding gaven voor deze vrees. Daarmee verloor de tweezijdigheid van de aanvraag iedere betekenis, zo die er al aan gehecht kon worden. Het verweer dat de onjuistheid van de aanvraag voor risico van appellante komt, miskent de eigen verantwoordelijkheid van verweerster voor het vaststellen van het budget.
5.Hoe verder ?
6.Slotsom
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerster op voor zover nodig een nieuw besluit op het bezwaarschrift te nemen, met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerster op het betaalde griffierecht van € 354,- aan appellante te vergoeden;
- veroordeelt verweerster in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 2.564,-.
De zorgautoriteit past artikel 50, eerste lid, onderdelen b en c, toe:
a. op aanvraag van een zorgaanbieder en een ziektekostenverzekeraar, indien zij een tarief zijn overeengekomen. Het vastgestelde tarief geldt voor alle gevallen waarin de zorgaanbieder het tarief in rekening brengt aan de ziektekostenverzekeraar of aan degene die bij deze voor de prestatie waarop het tarief van toepassing is, is verzekerd;
b. op aanvraag van een zorgaanbieder of een ziektekostenverzekeraar dan wel ambtshalve, indien op een ingevolge onderdeel a gedane aanvraag afwijzend is beslist. De tweede volzin van onderdeel a is met betrekking tot dat tarief van overeenkomstige toepassing;
c. op aanvraag van een zorgaanbieder of van een ziektekostenverzekeraar, indien een overeenkomst als bedoeld in onderdeel a niet tot stand komt. Bij de vaststelling bepaalt de zorgautoriteit in welke gevallen het tarief geldt;
d. op aanvraag van een zorgaanbieder dan wel ambtshalve, voor alle gevallen waarin het in rekening wordt gebracht aan iemand die voor de prestatie waarop het tarief van toepassing is, niet is verzekerd bij een ziektekostenverzekeraar. Daarbij kunnen met betrekking tot de kring van hen aan wie het tarief rechtsgeldig in rekening kan worden gebracht, beperkingen worden gesteld;
e. ambtshalve, indien een beleidsregel als bedoeld in artikel 57 dat vordert;
f. ambtshalve, indien de zorgautoriteit daarbij een grens als bedoeld in artikel 50, tweede lid, vaststelt.
1. Een aanvraag als bedoeld in artikel 52 bevat een voorstel voor:
a. het in rekening te brengen tarief;
b. de periode waarvoor het tarief zal gelden.
2. Een aanvraag als bedoeld in artikel 53 bevat een voorstel voor de vast te stellen prestatiebeschrijving.
3. Indien de zorgautoriteit geen regels heeft vastgesteld als bedoeld in artikel 37, eerste lid, aanhef en onder a, bevat de aanvraag, bedoeld in de artikelen 52 en 53, voorts een voorstel voor:
a. degene aan wie het betrokken tarief in rekening wordt gebracht;
b. degene door wie het betrokken tarief in rekening wordt gebracht;
c. de wijze waarop het betrokken tarief in rekening wordt gebracht.
1. De zorgautoriteit beslist, met in achtneming van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, in ieder geval afwijzend op een aanvraag als bedoeld in artikel 52:
a. indien de voorstellen in de aanvraag in strijd zijn met het bepaalde in de beleidsregels, bedoeld in artikel 57;
b. indien de aanvraag overigens niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens deze paragraaf.
2. De zorgautoriteit beslist, met in achtneming van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, in ieder geval afwijzend op een aanvraag als bedoeld in artikel 53:
a. indien de voorgestelde prestatiebeschrijving in strijd is met het recht of met het belang van de volksgezondheid;
b. indien de aanvraag overigens niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens deze paragraaf.
1. De zorgautoriteit stelt beleidsregels vast met betrekking tot:
a. het uitoefenen van de bevoegdheid om verplichtingen op te leggen op grond van de artikelen 48 en 49;
b. het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven vast te stellen op grond van artikel 50, eerste lid, onderdeel a, b en c;
c. het uitoefenen van de bevoegdheid tot het vaststellen van prestatiebeschrijvingen op grond van artikel 50, eerste lid, onderdeel d;
d. het uitoefenen van de bevoegdheid om een grens vast te stellen op grond van artikel 50, tweede lid;
e. het uitoefenen van de bevoegdheid tot het vaststellen van bedragen als bedoeld in de artikelen 56a en 56b.
2. De beleidsregels, bedoeld in het eerste lid, onder b, c en e, kunnen inhouden op welke wijze, waaronder schriftelijk of elektronisch, onder welke voorwaarden of met inachtneming van welke voorschriften of beperkingen een aanvraag als bedoeld in die artikelen moet worden ingediend. De beperkingen kunnen mede inhouden dat de aanvraag alleen gedaan kan worden door een zorgaanbieder met een ziektekostenverzekeraar gezamenlijk of dat een aanvraag moet worden gedaan binnen een bepaalde termijn.
3. De beleidsregels kunnen inhouden onder welke voorwaarden of met inachtneming van welke voorschriften en beperkingen voor in die regel te onderscheiden delen van een prestatie of geheel van prestaties daarbij nader aangegeven beleidsregels van toepassing zijn.
h. budget: vaste grens, als bedoeld in artikel 50, tweede lid, aanhef en onderdeel a, van de Wmg, van de som van de kosten als bedoeld in artikel 5.1 voor de beschikbaarheid van de functies triage, beoordeling, beschikbaarheid (outreachende) ambulante crisisbehandeling (inclusief beoordelingsruimte) en beschikbaarheid crisisbedden en opname;