ECLI:NL:CBB:2021:910
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Fosfaatrecht en de beoordeling van individuele en buitensporige lasten in de melkveehouderij
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 5 oktober 2021, zaaknummer 20/742, staat het fosfaatrecht centraal. Appellanten, een melkveehouderij, hebben in 2013 investeringen gedaan in de uitbreiding van hun bedrijf, waaronder de bouw van een nieuwe stal. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft het fosfaatrecht van appellanten vastgesteld op basis van de dieraantallen op 2 juli 2015. Appellanten hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar hun bezwaar werd ongegrond verklaard. Het College oordeelt dat de investeringen van appellanten niet navolgbaar zijn, gezien het tijdstip van de investeringen en het ontbreken van een bedrijfseconomische noodzaak. De appellanten hebben aangevoerd dat het fosfaatrechtenstelsel in strijd is met de Nitraatrichtlijn en dat zij een individuele en buitensporige last ondervinden. Het College concludeert echter dat de belangen van het milieu en de volksgezondheid zwaarder wegen dan de belangen van appellanten. De uitspraak van het College bevestigt dat niet ieder vermogensverlies als gevolg van het fosfaatrechtenstelsel een buitensporige last vormt. Het beroep van appellanten wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.