ECLI:NL:CBB:2021:827
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de knelgevallenregeling in het fosfaatrechtenstelsel voor melkveehouderij
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 17 augustus 2021, zaaknummer 20/547, wordt het beroep van appellante, een melkveehouderij, tegen het besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit behandeld. Appellante had bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van haar fosfaatrecht, dat door de minister was vastgesteld op 2.523 kg. In het bestreden besluit werd dit fosfaatrecht verhoogd naar 2.727 kg, maar appellante was van mening dat de knelgevallenregeling onjuist was toegepast. Ze voerde aan dat de minister ten onrechte een alternatieve peildatum van 30 september 2014 had gehanteerd en dat de melkproductie van 2014 niet representatief was voor haar bedrijf. Het College oordeelt dat appellante niet voldoende onderbouwing heeft geleverd voor haar stellingen en dat de minister de knelgevallenregeling op juiste wijze heeft toegepast. Het College bevestigt dat de minister zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat appellante haar bedrijf op de nieuwe locatie heeft uitgebreid, en dat de investeringen die zij heeft gedaan niet navolgbaar zijn gezien de omstandigheden van het fosfaatrechtenstelsel. Het beroep is gegrond voor wat betreft de proceskosten, maar ongegrond voor het overige. Het College bepaalt dat het door appellante betaalde griffierecht wordt vergoed en dat verweerder in de proceskosten wordt veroordeeld.