Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 juni 2021 in de zaak tussen
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid), de Staat.
Procesverloop
Overwegingen
.Dit belemmert op langere termijn de continuïteit van appellante. De buitenproportionele schade als gevolg van de invoering van het fosfaatrechtenstelsel is berekend op € 143.498,-. Appellante heeft in 2018 in totaal 865 kg fosfaatrechten kunnen aankopen door het uitstellen van vervangingsinvesteringen. Ook is 1.300 kg fosfaatrechten aan haar overgedragen waar nog geen financiële middelen voor zijn aangewend.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit behalve voor zover daarbij de kosten voor de bezwaarprocedure zijn vergoed;
- herroept het primaire besluit, stelt het fosfaatrecht van appellante vast op 10.664 kg en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit voor zover dat is vernietigd;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 345,- aan appellante te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 1.201,50 (€ 1.068,- + € 133,50);
- veroordeelt de Staat in de proceskosten tot een bedrag van € 133,50.