ECLI:NL:CBB:2021:537
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.L. Verbeek
- J.W.E. Pinckaers
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen fosfaatrecht vaststelling en verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn
In deze zaak heeft de Maatschap [naam 1] beroep ingesteld tegen de vaststelling van het fosfaatrecht door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het primaire besluit, genomen op 10 januari 2018, stelde het fosfaatrecht vast op 4.875 kg, gebaseerd op het aantal dieren dat op de peildatum van 2 juli 2015 aanwezig was. De minister handhaafde dit besluit in het bestreden besluit van 28 oktober 2019, waarop appellante in beroep ging. Appellante voerde aan dat de knelgevallenregeling niet correct was toegepast en dat zij te maken had met een individuele en buitensporige last door de Bovine Virale Diarree (BVD) die haar bedrijf had getroffen. De rechtbank oordeelde dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat het fosfaatrechtenstelsel een buitensporige last vormde, en dat de investeringen die zij had gedaan niet navolgbaar waren gezien de voorzienbaarheid van nieuwe productiebeperkende maatregelen. Wel werd aan appellante een immateriële schadevergoeding toegekend wegens de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure, vastgesteld op € 1.500,-. De uitspraak werd gedaan op 25 mei 2021.