In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 19 januari 2021, werd het beroep van Melkveebedrijf [naam 1] B.V. tegen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit behandeld. De zaak betreft de toepassing van de knelgevallenregeling onder de Meststoffenwet, specifiek met betrekking tot fosfaatrechten. Appellante betwistte de vaststelling van haar fosfaatrecht en de toepassing van de knelgevallenregeling, waarbij zij aanvoerde dat de minister onterecht was uitgegaan van een te hoog gemiddeld aantal melk- en kalfkoeien in 2014. Het College oordeelde dat de minister onvoldoende gemotiveerd had waarom hij uitging van 278,4 dieren in plaats van 251,2, wat zou betekenen dat appellante de 5%-drempel voor de knelgevallenregeling zou hebben gehaald. Het College verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk, maar het beroep tegen het vervangingsbesluit gegrond. De minister werd opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd de proceskostenveroordeling en vergoeding van het griffierecht aan appellante toegewezen.