ECLI:NL:CBB:2021:485
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Betalingsregeling voor kosten van bestuursdwang en hoorplicht in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 11 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellante en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over een betalingsregeling voor kosten van eerder toegepaste bestuursdwang. De appellante had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de minister waarin een betalingsregeling was vastgesteld voor een bedrag van € 1.171,57, dat in twaalf maandelijkse termijnen moest worden betaald. De minister had het bezwaar van appellante ongegrond verklaard, waarop appellante beroep instelde.
De zaak heeft een lange voorgeschiedenis, waarbij eerder besluiten zijn genomen over een last onder bestuursdwang die aan appellante was opgelegd wegens overtredingen van de Wet dieren. Het College heeft in eerdere uitspraken geoordeeld dat de last terecht was opgelegd, met uitzondering van enkele dieren. De appellante voerde aan dat de minister in strijd met de Algemene wet bestuursrecht (Awb) had gehandeld door haar niet te horen in bezwaar en dat de betalingsregeling ondeugdelijk was.
Het College overwoog dat de beroepsgronden van appellante voornamelijk betrekking hadden op eerdere besluiten die al in rechte vaststonden. Het College concludeerde dat de minister terecht had afgezien van het houden van een hoorzitting, omdat appellante had aangegeven geen gebruik te willen maken van dit recht. De beroepsgrond dat de hoorplicht was geschonden, werd verworpen. Het College verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.