ECLI:NL:CBB:2021:299
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Schadevergoedingsuitspraak
- W.C.E. Winfield
- E.D.H. Nanninga
- Rechtspraak.nl
Fosfaatrechtenstelsel en de impact op melkveehouderij in het licht van artikel 1 EP EVRM
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 16 maart 2021, zaaknummer 19/1313, staat het fosfaatrechtenstelsel centraal. Appellante, een maatschap die een melkveehouderij exploiteert, heeft beroep ingesteld tegen de vaststelling van haar fosfaatrecht door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellante betoogt dat het fosfaatrechtenstelsel in strijd is met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EP EVRM), omdat het haar ongestoord genot van eigendom aantast. Het College oordeelt dat het betoog van appellante faalt. De uitbreidingsbeslissingen van appellante zijn niet navolgbaar, mede gezien de aangekondigde afschaffing van het melkquotum en de te verwachten maatregelen. Appellante heeft niet aangetoond dat de uitbraak van de dierziekte Salmonella een significante impact op haar bedrijfsvoering heeft gehad. Het College concludeert dat er geen bedrijfseconomische noodzaak is voor de uitbreiding van de melkveetak en dat appellante zich niet onderscheidt van andere melkveehouders die in dezelfde situatie verkeerden. Daarnaast wordt de immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn toegewezen, waarbij het College de Staat en de minister veroordelen tot betaling van respectievelijk € 571,43 en € 428,57 aan appellante.