Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 februari 2021 in de zaak tussen
v.o.f. [naam 1] , te [plaats 1] , appellante
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Ik kom dan uit op 565,2 kg. Ik rond dit getal af naar boven, wat inhoudt dat uw
.Het College zal het bestreden besluit wegens strijd met de in de artikelen 3:2 en 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) neergelegde vereisten van een zorgvuldige voorbereiding en deugdelijke motivering vernietigen en met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Awb zelf in de zaak voorzien. Het primaire besluit zal worden herroepen en het fosfaatrecht van appellante zal, met inbegrip van 461 kg voor de op
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit en herroept het primaire besluit;
- stelt het fosfaatrecht van appellante vast op 12.528 kg, met inbegrip van 461 kg voor de op 2 juli 2015 uitgeschaarde 42 stuks jongvee;
- verleent aan appellante ontheffing om op haar bedrijf in een kalenderjaar tot maximaal 566 kg fosfaat dierlijke meststoffen met melkvee te produceren zonder daarvoor over fosfaatrechten te beschikken;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;