ECLI:NL:CBB:2020:648
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I.M. Ludwig
- C.M.J. Rouwers
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het fosfaatrechtenstelsel en de knelgevallenregeling in het bestuursrecht
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 22 september 2020, zaaknummer 19/403, staat de beoordeling van het fosfaatrechtenstelsel en de knelgevallenregeling centraal. Appellante, een melkveehouderij, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin het fosfaatrecht van appellante is vastgesteld op 12.091 kg. Appellante betoogt dat door gezondheidsproblemen van een vennoot, zij in de periode van 1 mei 2014 tot en met 2 juli 2015 76 dieren heeft moeten verkopen, wat haar groei heeft belemmerd. Ze stelt dat dit leidt tot een individuele en buitensporige last en dat het fosfaatrechtenstelsel in strijd is met de Nitraatrichtlijn en ongeoorloofde staatssteun oplevert.
De minister heeft het bezwaar van appellante ongegrond verklaard, en het College bevestigt deze beslissing. Het College oordeelt dat de knelgevallenregeling niet van toepassing is op niet gerealiseerde uitbreidingen en dat appellante onvoldoende heeft onderbouwd dat er sprake is van een individuele en buitensporige last. Het College verwijst naar eerdere uitspraken waarin is geoordeeld dat het fosfaatrechtenstelsel noodzakelijk is voor de regulering van mestproductie en in overeenstemming is met de Nitraatrichtlijn. De bescherming van het milieu en de volksgezondheid weegt zwaarder dan de belangen van appellante. Het beroep wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.