ECLI:NL:CBB:2019:619
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T.L. Fernig-Rocour
- A. El Markai
- Rechtspraak.nl
Toetsing van het fosfaatrechtenstelsel aan de Nitraatrichtlijn en staatssteunregels
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 26 november 2019, zaaknummer 18/2497, staat de rechtmatigheid van het stelsel van fosfaatrechten centraal. Appellante, een maatschap, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, die op 10 januari 2018 het fosfaatrecht van appellante heeft vastgesteld op 5.783 kilogram. Appellante betoogt dat het fosfaatrechtenstelsel in strijd is met de Nitraatrichtlijn en dat het ongeoorloofde staatssteun oplevert. De minister heeft het bezwaar van appellante ongegrond verklaard, waarna appellante in beroep ging.
Tijdens de zitting op 14 oktober 2019 heeft het College de argumenten van beide partijen gehoord. Appellante stelt dat de noodzaak voor het fosfaatrechtenstelsel niet bestaat, omdat in de meeste gebieden in Nederland de norm van 50 mg/l wordt gehaald. Daarnaast betoogt zij dat het stelsel van fosfaatrechten niet voldoet aan de EU-nitraatnorm, wat zou leiden tot ongeoorloofde staatssteun. De minister heeft echter gemotiveerd verweer gevoerd en het College verwijst naar eerdere uitspraken waarin de noodzaak van het fosfaatrechtenstelsel is bevestigd.
Het College concludeert dat de argumenten van appellante niet slagen. De goedkeuring van het fosfaatrechtenstelsel door de Europese Commissie, die bevestigt dat het stelsel voldoet aan de EU-regels voor staatssteun op milieugebied, ondersteunt deze conclusie. Het College verklaart het beroep van appellante ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 26 november 2019.