ECLI:NL:CBB:2020:110
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Pavićević
- Rechtspraak.nl
Herziening van besluiten inzake betalingsrechten GLB en de toepassing van artikel 4:6 Awb
In deze zaak heeft de Maatschap [naam] beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin het verzoek om herziening van eerdere besluiten tot toewijzing van betalingsrechten werd afgewezen. De besluiten waar het om gaat zijn genomen op 14 april 2016, 31 mei 2016 en 10 maart 2017, en zijn in rechte onaantastbaar geworden. De appellante heeft verzocht om herziening op basis van nieuwe feiten en omstandigheden, maar de minister heeft dit verzoek afgewezen omdat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden zijn aangevoerd. De appellante heeft in beroep gesteld dat de afwijzing evident onredelijk is, vooral omdat andere landbouwers in vergelijkbare situaties wel betalingsrechten hebben ontvangen.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft overwogen dat een bestuursorgaan bevoegd is om een verzoek om terug te komen van een besluit te behandelen, maar dat dit niet verplicht is als er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn. Het College heeft vastgesteld dat de eerdere besluiten niet zijn aangevochten en dus rechtskracht behouden, ook al zijn ze mogelijk niet juist. De appellante heeft geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die zouden rechtvaardigen dat het College in dit geval minder belang moet hechten aan rechtszekerheid dan aan de financiële belangen van de appellante. Het College heeft geconcludeerd dat de afwijzing van het verzoek om herziening niet evident onredelijk is en heeft het beroep ongegrond verklaard.