ECLI:NL:CBB:2018:287
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van rechtspersonen op grond van artikel 2:19a BW en bewijslast bij verzending van jaarstukken
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 12 juni 2018 uitspraak gedaan in een geschil over de ontbinding van drie besloten vennootschappen, [naam 1] B.V., [naam 2] B.V. en [naam 3] B.V., door de Kamer van Koophandel. De ontbinding was gebaseerd op artikel 2:19a van het Burgerlijk Wetboek, omdat de vennootschappen meer dan een jaar in gebreke waren met de openbaarmaking van hun jaarstukken en geen gevolg hadden gegeven aan een aanmaning tot het doen van aangifte voor de vennootschapsbelasting. De appellanten, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. B.J. den Besten, stelden dat de jaarstukken op 31 december 2016 waren verzonden, maar konden dit niet voldoende onderbouwen. Het College oordeelde dat de bewijslast voor de verzending van de stukken bij de afzender ligt en dat de appellanten niet konden aantonen dat de stukken daadwerkelijk waren verzonden. Het College concludeerde dat de ontbinding van de vennootschappen rechtmatig was, aangezien de omstandigheden die tot de ontbinding leidden, nog steeds aanwezig waren op het moment van de beslissing. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige verzending van belangrijke documenten en de gevolgen van het niet voldoen aan wettelijke verplichtingen.