In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 2 augustus 2022, met zaaknummers 20/783, 20/801 en 20/802, werd de ontbinding van drie rechtspersonen, te weten [naam 1] B.V., [naam 2] B.V. en [naam 3] B.V., behandeld. De Kamer van Koophandel had op basis van artikel 2:19a van het Burgerlijk Wetboek de ontbinding van deze rechtspersonen uitgesproken, omdat zij niet voldaan hadden aan de verplichtingen tot openbaarmaking van jaarstukken en belastingaangiften. De appellanten, vertegenwoordigd door hun gemachtigde, stelden dat de ontbinding ongedaan moest worden gemaakt, omdat [naam 1] B.V. recentelijk was overgenomen en de boekhouding niet was overgedragen. Het College oordeelde echter dat de ontbinding terecht was, omdat de rechtspersonen niet konden aantonen dat zij nog actief waren in het maatschappelijk verkeer. De beroepen van [naam 2] B.V. en [naam 3] B.V. werden niet-ontvankelijk verklaard, terwijl het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond werd verklaard. Het College benadrukte dat de verplichtingen van de rechtspersonen om jaarstukken te deponeren en belastingaangiften te doen, niet waren nagekomen, wat leidde tot de beslissing tot ontbinding. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken.