Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
tussenuitspraak van de meervoudige kamer van 5 maart 2015 in de zaken tussen
N.V. Rendo(Rendo), te Meppel, appellante in de zaken 13/858 en 13/859,
Westland Infra Netbeheer B.V.(Westland), te Poeldijk, appellante in de zaak 13/862 en partij in de zaken 13/858, 13/861, 13/867 en 13/868,
(gemachtigden: mr. drs. B.M.M. Weiffenbach en mr. drs. R.C. Berg),
3.
Liander N.V.(Liander), te Arnhem, appellante in de zaken 13/865 en 13/867,
Stedin Netbeheer B.V.(Stedin), te Rotterdam, partij in de zaken 13/860 en 13/861,
Netbeheer Nederland(Netbeheer), te Arnhem, appellante in de zaken 13/866 en 13/868,
de Autoriteit Consument en Markt (ACM), verweerster
Procesverloop
Achtergrond van de geschillen
Overwegingen
Artikel 14 van de Elektriciteitsverordening (Verordening (EG) nr. 714/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit) bevestigt dat de daadwerkelijk betaalde en daadwerkelijk te betalen kosten bepalend zijn voor de tarieven. ACM zoekt aansluiting bij het begrip “redelijke winst” en legt daarmee het doel van de methode ten onrechte bij een abstract normatief aspect (redelijk) in plaats van bij de objectieve concrete doelstelling van een toereikend rendement, uitgaande van de werkelijke kosten van een efficiënte netbeheerder. De redenering dat het aan de netbeheerder is om “mogelijke verschillen” tijdelijk op te vangen op basis van prudent financieel beheer, miskent dat dit prudente beheer zich er juist tegen verzet om het door ACM gehanteerde profiel van efficiënte kosten te evenaren. De netbeheerder wordt geprikkeld een restrictief investeringsbeleid te voeren. Die “mogelijke verschillen” betreffen dan de daadwerkelijke kosten van vreemd vermogen en de kosten die ACM in aanmerking neemt. Dit betekent dat ACM minder dan het nodige rendement toestaat.
Beslissing
- draagt ACM op om binnen 6 maanden na de verzending van deze tussenuitspraak de gebreken te herstellen dan wel andere besluiten daarvoor in de plaats te nemen met inachtneming van de overwegingen en aanwijzingen in deze tussenuitspraak;
- houdt iedere verdere beslissing aan.