Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 7 mei 2015 op het hoger beroep van:
[naam 1], te [plaats], appellante
(gemachtigde: mr. J. de Rooij),
ende staatssecretaris van Economische Zaken (de staatssecretaris)
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
5 oktober 2012 is appellante verzocht nadere gegevens aan te leveren. Middels het formulier ‘Meer informatie (kunst)mest’ heeft appellante daaraan voldaan. Daarbij is aangegeven dat in 2011 geen 112,5 ton mest is aangevoerd op het bedrijf, maar 62,5 ton mest. Verweerder heeft bij brief van 16 november 2012 het voornemen kenbaar gemaakt een boete op te leggen van
€ 2.886,50 wegens overtreding van artikel 7 van de Msw in het jaar 2011, daarbij uitgaande van een overschrijding van de gebruiksnorm voor dierlijke meststoffen met 267 kg stikstof en de fosfaatgebruiksnorm met 185 kg fosfaat. Appellante heeft in haar zienswijze wederom aangegeven dat 62,5 ton mest is aangevoerd. De staatssecretaris heeft deze lezing niet gevolgd en heeft bij primair besluit van 14 december 2012 conform het voornemen aan appellante een boete opgelegd van € 2.886,50. Het bezwaar van appellante is ongegrond verklaard bij besluit van 22 mei 2013.