ECLI:NL:CBB:2013:CA1185
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- E.R. Eggeraat
- W.A.J. van Lierop
- S.C. Stuldreher
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam inzake bestuurlijke boete opgelegd door de Autoriteit Financiële Markten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 24 maart 2011, waarin de rechtbank de boete die aan A Advies B.V. (A BV) was opgelegd, had gematigd en de publicatie van deze boete had vernietigd. De AFM had eerder op 10 november 2009 bestuurlijke boetes opgelegd aan A BV wegens overtredingen van de Wet op het financieel toezicht (Wft). De rechtbank oordeelde dat de AFM de boete voor A BV had gematigd van € 60.000 naar € 21.600 en dat de publicatie van de boete niet langer een redelijk doel diende, gezien de lange tijd die was verstreken sinds de vergunningverlening en de trage besluitvorming door de AFM.
In hoger beroep stelde het College van Beroep voor het bedrijfsleven dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld over de publicatie van de boete. Het College oordeelde dat de verplichting tot openbaarmaking van de boete op grond van artikel 1:97 van de Wft herleefde, nu de rechtbank de boete grotendeels in stand had gelaten. Het College concludeerde dat de rechtbank niet had onderkend dat de AFM recht had op publicatie van de boete, en dat de eerdere beslissingen van de AFM over publicatie niet als een deelbeslissing konden worden gezien. Het College vernietigde de uitspraak van de rechtbank voor zover deze betrekking had op de publicatie van de boete en verklaarde het beroep van A BV ongegrond.
De uitspraak van het College benadrukt het belang van de wettelijke bepalingen omtrent de publicatie van bestuurlijke boetes en de rol van de AFM in dit proces. Het College heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling in hoger beroep.