2.2 Op grond van de stukken en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het College komen vast te staan.
- Verweerder heeft op 5 december 2005 een aanvraag (nr. SO/2006/746308/1/9998; hierna: aanvraag 1) om een S&O-verklaring ontvangen van C B.V. voor een drietal projecten.
- C B.V. was ten tijde van het indienen van aanvraag 1 een werkmaatschappij van de holding D B.V.
- Op 18 januari 2006 heeft een statutenwijziging plaatsgevonden, in die zin dat de werkmaatschappij C B.V. met ingang van 1 januari 2006 is omgezet in de werkmaatschappij A B.V. Voorts is D B.V. omgezet in de holding E B.V. Het personeel van C B.V. staat vanaf 1 januari 2006 op de loonlijst van E B.V. A B.V. bevat alleen voorraden en machines.
- Bij besluit van 21 maart 2006 heeft verweerder aanvraag 1 toegewezen, in die zin dat aan C B.V. een S&O-verklaring voor het jaar 2006 is afgegeven voor een maximale S&O-afdrachtvermindering van € 35.700,-
- Verweerder heeft op 1 juni 2006 een aanvraag (nr. SO/2006/746308/2/4483; hierna aanvraag 2) om een S&O-verklaring ontvangen van C B.V. voor twee projecten.
- Bij besluit van 10 augustus 2006 heeft verweerder aanvraag 2 toegewezen, in die zin dat aan C B.V. een S&O-verklaring voor de periode juli t/m december 2006 is afgegeven voor een maximale S&O-afdrachtvermindering van € 8.925,-.
- De Belastingdienst heeft E B.V. op 9 oktober 2007 bericht dat in 2006 een afdrachtvermindering S&O van € 44.625,- is toegepast zonder dat daarvoor een S&O-verklaring is afgegeven. Omdat daardoor niet dan wel gedeeltelijk niet de belasting is betaald die op de aangifte had moeten worden afgedragen, heeft de Belastingdienst het voornemen een naheffing op te leggen.
- Ter voorkoming van naheffing door de Belastingdienst heeft E B.V. verweerder op 22 november 2007 verzocht het loonheffingsnummer van de aan C B.V. afgegeven S&O-verklaringen over het jaar 2006 om te zetten naar het loonheffingsnummer van E B.V.
- Bij besluit van 21 maart 2008 heeft verweerder het verzoek van appellante deels afgewezen en medegedeeld dat met betrekking tot de op 21 maart 2006 afgegeven S&O-verklaring (naar aanleiding van aanvraag 1) in verband met de wijziging in het loonbelastingnummer, waardoor fiscaal een andere inhoudingsplichtige is ontstaan dan C B.V, een correctie van
€ 35.700,- over het hele jaar 2006 wordt toegepast. Daarbij is het aantal S&O-uren op 0 vastgesteld.
- Bij besluit van 31 maart 2008 heeft verweerder het verzoek van appellante ook voor het andere deel afgewezen en medegedeeld dat met betrekking tot de op 10 augustus 2010 afgegeven S&O-verklaring (naar aanleiding van aanvraag 2) in verband met de wijziging in het loonbelastingnummer waardoor fiscaal een andere inhoudingsplichtige is ontstaan dan C B.V. een correctie van € 8.925,-- over 2006 wordt toegepast. Daarbij is het aantal S&O-uren op 0 vastgesteld.
- Tegen beide besluiten heeft appellante op 24 april 2008 bezwaar gemaakt.
- Appellante is op 10 juni 2008 gehoord.
- Vervolgens heeft verweerder op 19 juni 2008 twee afzonderlijke beslissingen op bezwaar genomen (de bestreden besluiten).