ECLI:NL:CBB:2002:AF0395
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.J. Kuiper
- C.J. Borman
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Weigering wijziging S&O-verklaring na organisatorische veranderingen
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 9 oktober 2002, wordt de weigering van de Minister van Economische Zaken om een S&O-verklaring te wijzigen, behandeld. Appellanten A en B, beide gevestigd te C, hebben beroep ingesteld tegen de beslissing van de Minister, die op 7 juli 1999 had geweigerd om de S&O-verklaring van appellante A te wijzigen na een organisatorische verandering waarbij personeel en activiteiten zijn overgedragen aan B. De zaak draait om de vraag of er sprake is van een nieuwe inhoudingsplichtige en of de werkzaamheden van B als voorgenomen S&O-werkzaamheden kunnen worden aangemerkt.
De procedure begon op 16 augustus 1999 met de indiening van een beroepschrift door appellante A. De Minister had eerder op 16 februari 1999 de aanvraag tot wijziging van de S&O-verklaring afgewezen, met de argumentatie dat de activiteiten van de nieuwe inhoudingsplichtige B niet als voorgenomen S&O-werkzaamheden konden worden beschouwd. De appellanten voerden aan dat de wijziging van de inhoudingsplichtige niet zou moeten leiden tot een afwijzing van de S&O-verklaring, vooral omdat de werkzaamheden en het personeel van A naar B waren overgedragen.
Het College oordeelt dat de Minister terecht heeft geweigerd de S&O-verklaring te wijzigen. De wet vereist dat voor de afgifte van een S&O-verklaring er sprake moet zijn van voorgenomen S&O-werkzaamheden, en in dit geval was er een nieuwe inhoudingsplichtige ontstaan die niet voldeed aan deze voorwaarde. De uitspraak benadrukt dat de S&O-verklaring niet overdraagbaar is en dat een nieuwe toetsing van de werkzaamheden noodzakelijk is bij een wijziging van de inhoudingsplichtige. Het beroep van appellanten wordt ongegrond verklaard, en er zijn geen termen voor een proceskostenveroordeling.