dhr. mr. A.W.M. van Bommel

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante geen recht heeft op WW-uitkering door gebrek aan rechtsgeldige beëindiging van haar arbeidsovereenkomst. De eerdere uitspraak en het besluit van gedaagde worden vernietigd.

De aanvraag van appellante voor een WW-uitkering werd afgewezen omdat zij niet voldeed aan de referte-eis. De Centrale Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek tot voorlopige voorziening af inzake een verplicht psychiatrisch onderzoek van een rechter, oordelend dat de beslissing van verweerder rechtmatig was.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om wraking van voorzieningenrechter af; geen grond voor partijdigheid vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het beroep van A. wegens termijnoverschrijding bij de indiening van het beroepschrift.

De President schorst de uitspraak van de rechtbank in een zaak over ontslag wegens seksuele intimidatie door een gemeentearchivaris, in afwachting van de beslissing in hoger beroep.