ECLI:NL:RVS:2024:4576
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening en bevestiging uitspraak rechtbank inzake verblijfsvergunning asiel
Op 11 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening en hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had op 25 september 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de minister van Asiel en Migratie niet in behandeling werd genomen. De rechtbank verklaarde het beroep van de vreemdeling op 22 oktober 2024 ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, omdat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. De rechter verwees naar eerdere uitspraken van de Afdeling, waarin vergelijkbare rechtsvragen waren behandeld, en concludeerde dat het hoger beroep ongegrond was. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen. De minister werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 11 november 2024, en is vastgesteld door de voorzieningenrechter M. den Heyer, in aanwezigheid van griffier A.M. van Meurs-Heuvel.