Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 december 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Syrische nationaliteit hebbende man, zijn asielaanvraag had ingediend in Nederland. De rechtbank behandelde het beroep van de eiser tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie, die had besloten de asielaanvraag niet in behandeling te nemen omdat Kroatië verantwoordelijk was voor de behandeling daarvan. De eiser had eerder in Kroatië om internationale bescherming verzocht en Nederland had een verzoek tot terugname naar Kroatië gedaan, dat door de Kroatische autoriteiten was geaccepteerd.
De rechtbank heeft het procesverloop uiteengezet, waarin de eiser zijn bezwaren tegen het bestreden besluit naar voren bracht. Hij stelde dat het besluit prematuur was en dat er bijzondere individuele omstandigheden waren die een overdracht aan Kroatië onterecht zouden maken. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de Kroatische autoriteiten het terugnameverzoek op basis van de Dublinverordening hadden aanvaard en dat er geen reden was om aan te nemen dat de eiser bij overdracht aan Kroatië in strijd met zijn mensenrechten zou worden behandeld.
De rechtbank heeft de beroepsgrond van de eiser verworpen, omdat hij niet had aangetoond dat hij als Dublinclaimant een reëel risico liep op een behandeling in strijd met de mensenrechten. De rechtbank concludeerde dat de minister van Asiel en Migratie terecht had besloten de asielaanvraag van de eiser niet in behandeling te nemen en verklaarde het beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.