ECLI:NL:RVS:2023:364
Raad van State
- Hoger beroep
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verblijfsvergunning asiel voor vreemdeling na afwijzing door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 27 januari 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de mondelinge uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, van 10 januari 2023. De zaak betreft de aanvraag van de vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 16 december 2022 niet in behandeling is genomen. De rechtbank verklaarde het beroep van de vreemdeling ongegrond, waarop de vreemdeling hoger beroep heeft ingesteld, vertegenwoordigd door mr. E.H. Bokhorst, advocaat te Veenendaal.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtsvraag die in het hoger beroep aan de orde is, is eerder door de Afdeling beantwoord in een uitspraak van 8 juli 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:1481), waarin de opvangvoorzieningen in Spanje voor Dublinclaimanten werden besproken. De Afdeling voegde hieraan toe dat het AIDA-rapport "Country Report: Spanje. 2021 Update" geen wezenlijk ander beeld schetst van de situatie in Spanje voor Dublinclaimanten dan de eerder betrokken landeninformatie. Het hoger beroep biedt geen aanleiding om hier anders over te oordelen.
De Afdeling concludeert dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden. Daarom is het hoger beroep ongegrond verklaard en wordt de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.