ECLI:NL:RBDHA:2023:11838

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 juli 2023
Publicatiedatum
9 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.17263
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 14 juli 2023, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 12 juni 2023 niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 4 juli 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser aanwezig was. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft mogen uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, dat inhoudt dat een lidstaat niet verplicht is een asielaanvraag in behandeling te nemen als een andere lidstaat verantwoordelijk is. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd dat Spanje niet aan zijn internationale verplichtingen voldoet. De rechtbank verwijst naar de Dublinverordening, die bepaalt dat Nederland een asielaanvraag niet in behandeling neemt als een andere lidstaat, in dit geval Spanje, verantwoordelijk is. Eiser heeft aangevoerd dat Spanje niet voldoet aan zijn verplichtingen, maar de rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris zich terecht op het interstatelijk vertrouwensbeginsel heeft beroepen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag terecht buiten behandeling heeft gesteld en verklaart het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.17263
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , V-nummer: [V nummer] , eiser (gemachtigde: mr. A.M. Veld),

en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, (gemachtigde: E. de Bonth).

Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag. De staatssecretaris heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 12 juni 2023 niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de aanvraag.
1.2.
De staatssecretaris heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 4 juli 2023 op zitting behandeld. Hieraan heeft deelgenomen: de gemachtigde van eiser.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt het niet in behandeling nemen van de asielaanvraag van eiser. Zij doet dat aan de hand van de argumenten die eiser heeft aangevoerd, de beroepsgronden.
3. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Dat betekent dat eiser ongelijk krijgt en het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag in stand blijft. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Totstandkoming van het besluit
4. De Europese Unie heeft gezamenlijke regelgeving over het in behandeling nemen van asielaanvragen. Die staat in de Dublinverordening. Op grond van de Dublinverordening neemt de staatssecretaris een asielaanvraag niet in behandeling als is vastgesteld dat een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.1 In dit geval heeft Nederland bij Spanje een verzoek om terugname gedaan. Spanje heeft dit verzoek aanvaard.
1. Dit staat ook in artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
Welke lidstaat is verantwoordelijk voor de asielaanvraag?
5. Eiser voert aan dat Spanje niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de behandeling van zijn asielaanvraag, omdat ten aanzien van Spanje niet van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan. Volgens eiser komt Spanje zijn internationale verplichtingen niet na. Zo wordt Dublinclaimanten de toegang tot de opvang in Spanje geweigerd, zijn er belemmeringen bij de her-toegang tot de asielprocedure en dat wordt er geen rechtsbijstand verleend aan asielzoekers. Eiser heeft dit zelf in Spanje meegemaakt. Verder stelt eiser dat Marokko door Spanje wordt gezien als een veilig land van herkomst zonder daar specifieke criteria of aandachtspunten in aan te brengen. Volgens eiser is hierdoor de veilige landen-procedure in Spanje niet met voldoende waarborgen omkleed. Tot slot vreest eiser voor een mogelijke detentie in Spanje, omdat ten aanzien van Marokkanen sprake is van willekeurige, illegale en discriminatoire detentie. Ter onderbouwing van zijn stellingen verwijst eiser naar het AIDA-rapport van april 2023 (2022
-update).
6. De rechtbank is van oordeel dat verweerder ten aanzien van Spanje heeft mogen uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Eiser heeft onvoldoende onderbouwd dat verweerder niet langer van dit beginsel mag uitgaan.
6.1.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) heeft op 27 januari 20232 geoordeeld dat ten aanzien van Spanje kan worden uitgegaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Bij dit oordeel heeft de Afdeling het AIDA rapport uit 2022 betrokken. Het door eiser aangehaalde AIDA-rapport uit april 2023 schetst geen wezenlijk ander beeld van de situatie in Spanje voor Dublinclaimanten dan uit de landeninformatie volgt die bij de hiervoor genoemde Afdelingsuitspraak is betrokken. Uit het AIDA-rapport volgt dat er gevallen bekend zijn dat Dublinterugkeerders geen opvang kregen vanwege tekort aan plekken en dat zij worden geconfronteerd met problemen om opvangvoorzieningen te krijgen. De situatie in Spanje is voor asielzoekers niet ideaal, maar uit het AIDA-rapport volgt ook dat de Spaanse overheid hier iets probeert aan te doen. Zo is er bijvoorbeeld een instructie gegeven waarin wordt bepaald dat asielzoekers niet worden uitgesloten van het opvangsysteem als zij vrijwillig Spanje hebben verlaten om een ander EU-land te bereiken (pagina 65). Het is de rechtbank dan ook niet gebleken dat sprake is van structurele tekortkomingen in de asielprocedure. Daar komt bij dat uit het AIDA-rapport blijkt dat gratis rechtsbijstand mogelijk is (pagina 60) en dat Dublinterugkeerders toegang hebben tot de asielprocedure (pagina 65). Verder heeft Spanje door middel van het claimakkoord gegarandeerd een asielverzoek van eiser in behandeling te nemen en te beoordelen volgens de internationale verplichtingen. Als eiser te zijner tijd van mening is dat Spanje hem ten onrechte geen opvang biedt, onthoudt van gratis rechtsbijstand of hem niet toelaat tot de asielprocedure, dan dient eiser daarover te klagen in Spanje bij de daartoe geëigende instanties. Niet is gebleken dat die mogelijkheid voor eiser niet bestaat.
6.2.
De stelling van eiser dat Spanje Marokko ziet als een veilig land van herkomst, begrijpt de rechtbank zo dat Spanje handelt in strijd met artikel 36 en 37 uit de Procedurerichtlijn. Dit volgt de rechtbank niet. Uit het AIDA-rapport blijkt dat er geen wijdverspreide praktijk is over het gebruik van het concept 'veilig land van herkomst' in Spanje en dat er geen afzonderlijke criteria bekend zijn over wanneer Spanje een land
kwalificeert als 'veilig land van herkomst'. Er wordt door de Spaanse overheid weinig gebruik gemaakt van het concept ‘veilig land van herkomst’. Verder blijkt uit het rapport dat de Spaanse regering de laatste jaren bescherming verleent aan Marokkaanse staatsburgers in specifieke gevallen wanneer geweldsgronden van vervolging worden geacht te bestaan (pagina 89). Het is de rechtbank niet gebleken dat Spanje asielverzoeken van vreemdelingen uit Marokko niet toetst aan de internationale verdragen en richtlijnen.
6.3.
Dat sprake is van discriminatie van Marokkanen in Spanje en dat eiser vreest voor detentie, heeft hij onder verwijzing naar het AIDA-rapport niet voldoende onderbouwd. In het AIDA-rapport staat dat 36% van de gedetineerden in vreemdelingenbewaring uit Marokko komt (pagina 148). Dit is onvoldoende om aan te nemen dat Spanje op structurele basis Marokkanen in detentie plaatst. Verder heeft verweerder terecht gesteld dat eiser in detentie heeft gezeten omdat hij is veroordeeld in verband met het hebben van een vals paspoort. Het is daarom niet aannemelijk dat eisers detentie het gevolg was van willekeur en discriminatie. Mocht eiser bij terugkomst in Spanje in bewaring worden geplaatst en hij van mening is dat dit onterecht is, blijkt uit het AIDA-rapport dat er procedurele waarborgen zijn bij een detentie (pagina 146). Niet is gebleken dat eiser hier geen gebruik van kan maken.
7. De staatssecretaris heeft daarom kunnen verwijzen naar het interstatelijk vertrouwensbeginsel en zich terecht op het standpunt gesteld dat ervan kan worden uitgegaan dat Spanje de internationale verplichtingen nakomt. De beroepsgronden slagen niet.

Conclusie en gevolgen

8. De staatssecretaris heeft de aanvraag terecht buiten behandeling gesteld.
Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat verweerder eiser kan overdragen aan Spanje. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Westerhof, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
14 juli 2023

Documentcode: [Documentcode]

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.