ECLI:NL:RVS:2022:3799
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning
Op 16 december 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening en hoger beroep van een vreemdeling. De vreemdeling had op 27 oktober 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De rechtbank Den Haag verklaarde het beroep van de vreemdeling tegen deze beslissing op 24 november 2022 ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld, vertegenwoordigd door mr. G. Ocak, en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter overwoog dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, omdat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden. Tevens werd opgemerkt dat de rechtsvraag die in het hoger beroep aan de orde is, eerder door de Afdeling is beantwoord, waardoor er geen aanleiding is om hier anders over te oordelen.
Uiteindelijk werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en werd de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. J.Th. Drop, in tegenwoordigheid van mr. L.S. van den Oosterkamp, griffier.