ECLI:NL:RVS:2016:2839
Raad van State
- Hoger beroep
- A.W.M. Bijloos
- E. Helder
- J.W. van de Gronden
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake terugvordering van zorgtoeslag, huurtoeslag en kindgebonden budget na inkomenswijziging van toeslagpartner
In deze zaak heeft de Raad van State op 26 oktober 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [appellante] tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De Belastingdienst/Toeslagen had bij besluit van 13 maart 2015 de zorgtoeslag, huurtoeslag en het kindgebonden budget over 2013 definitief vastgesteld op respectievelijk € 1.081,00, € 1.022,00 en € 812,00. Tevens werd er een bedrag van € 2.096,00 aan teveel uitgekeerde voorschotten teruggevorderd. [appellante] was het niet eens met deze terugvordering, omdat zij van mening was dat het inkomen van haar voormalige toeslagpartner, dat na hun scheiding was gestegen, niet in aanmerking had moeten worden genomen bij de berekening van haar toeslagen. De rechtbank had het beroep van [appellante] ongegrond verklaard, maar in hoger beroep oordeelde de Raad van State dat de Belastingdienst/Toeslagen onterecht het inkomen van de toeslagpartner had betrokken. De Raad oordeelde dat dit in strijd was met het discriminatieverbod van artikel 26 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR). De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van [appellante] gegrond. De Belastingdienst/Toeslagen werd opgedragen om opnieuw te beslissen op het bezwaar van [appellante] tegen het besluit van 13 maart 2015, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd de Belastingdienst/Toeslagen veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van [appellante].