ECLI:NL:RVS:2004:AP4683
Raad van State
- Hoger beroep
- H. Troostwijk
- P. Lodder
- Rechtspraak.nl
Handhaving bouwvergunning en dwangsom bij dakopbouw in Haarlem
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Haarlem, waarbij appellanten zijn gelast om een dakopbouw op hun woning in overeenstemming te brengen met een verleende bouwvergunning of deze af te breken. Het college legde een dwangsom op van € 6.000,00 per week, met een maximum van € 18.000,00. Appellanten hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college verklaarde dit bezwaar ongegrond. De rechtbank Haarlem bevestigde deze beslissing in een uitspraak van 28 oktober 2003.
Appellanten hebben vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State. Tijdens de zitting op 8 juni 2004 is de zaak behandeld, waarbij appellanten in persoon aanwezig waren en het college vertegenwoordigd werd door een ambtenaar. De Raad van State oordeelde dat de dakopbouw was gebouwd in afwijking van de verleende bouwvergunning, wat in strijd is met de Woningwet. Het college had derhalve het recht om handhavend op te treden.
De Raad van State benadrukte dat handhaving in het algemeen belang is en dat bestuursorganen in principe moeten optreden bij overtredingen van wettelijke voorschriften, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen. In dit geval was er geen concreet uitzicht op legalisatie van de dakopbouw, en de rechtbank had terecht geoordeeld dat appellanten niet aannemelijk hadden gemaakt dat zij niet binnen de gestelde termijn aan de last konden voldoen.
Uiteindelijk bevestigde de Raad van State de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.