ECLI:NL:RBZWB:2025:2677

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 mei 2025
Publicatiedatum
6 mei 2025
Zaaknummer
24/5556 Wajong
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag Wajong-uitkering en beoordeling arbeidsvermogen van eiseres met chronische Lyme

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 mei 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een Wajong-uitkering beoordeeld. Eiseres, geboren op [geboortedag 1] 1991, had op 4 juli 2023 een aanvraag ingediend bij het UWV, die op 22 mei 2024 werd afgewezen. De rechtbank behandelt het beroep op 27 februari 2025, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig zijn. De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor een Wajong-uitkering. De rechtbank stelt vast dat eiseres op haar 18e verjaardag al klachten had, maar dat er onvoldoende bewijs is dat zij in de vijf jaar daarna volledig arbeidsongeschikt was. Eiseres heeft van 2010 tot 2014 een MBO-opleiding gevolgd en daarna een HBO-opleiding, wat aantoont dat zij over basale werknemersvaardigheden beschikte. De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht heeft geconcludeerd dat eiseres ten minste vier uur per dag belastbaar was en dat er geen recht op een Wajong-uitkering bestaat. Het beroep wordt ongegrond verklaard en eiseres krijgt geen vergoeding van proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats: Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 24/5556 Wajong

uitspraak van 1 mei 2025 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , te [plaats] , eiseres,

gemachtigde: mr. F. Ergec,
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(UWV; kantoor Eindhoven), verweerder.

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong).
Het UWV heeft de aanvraag met het besluit van 4 juli 2023 (het primaire besluit) afgewezen. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt.
Met het bestreden besluit van 22 mei 2024 op het bezwaar van eiseres is het UWV bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 27 februari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de ouders van eiseres, de gemachtigde van eiseres, [persoon] (maatschappelijk werker van eiseres van IMW Breda), en mr. A.P.J. Mijs als gemachtigde van het UWV.
De rechtbank heeft de uitspraaktermijn verlengd.

Totstandkoming van het bestreden besluit

1. Eiseres, geboren op [geboortedag 1] 1991 (18e verjaardag: [geboortedag 1] 2009), heeft op [geboortedag 2] 2023 bij het UWV een aanvraag Beoordeling arbeidsvermogen ingediend, ter verkrijging van een Wajong-uitkering.
Met het primaire besluit heeft het UWV geweigerd om een Wajong-uitkering aan eiseres toe te kennen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit.
Met het bestreden besluit is het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Beoordeling door de rechtbank
2.1
De rechtbank beoordeelt of het UWV terecht heeft geweigerd om een Wajong-uitkering aan eiseres toe te kennen. Zij doet dat aan de hand van de argumenten die eiseres heeft aangevoerd, de beroepsgronden.
2.2
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Wettelijk kader
3. De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
Medisch onderzoek
4. Aan het bestreden besluit ligt een onderzoek door een verzekeringsarts en een verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) ten grondslag.
4.1
De verzekeringsarts b&b heeft gerapporteerd dat niet ter discussie staat dat eiseres op haar 18e levensjaar leed aan een ziekte. Er bestonden toen al langere tijd klachten van pijn, vermoeidheid en cognitieve problemen, welke ontstonden na tekenbeten die eiseres opliep toen zij 12 jaar oud was. Het huisartsenjournaal onderschrijft dit. In 2019 werd de diagnose chronische Lyme gesteld, welke inmiddels is aangevuld met de diagnose ME.
Om in aanmerking te komen voor een Wajong-uitkering moet echter sprake zijn van een gebrek aan arbeidsvermogen. Dit kan ook in de vijf jaar na het 18e levensjaar verloren gaan. Bij eiseres is over die periode slechts beperkte informatie beschikbaar. Het gaat hier om een laattijdige aanvraag, zodat het niet mogelijk is met eigen medisch onderzoek uitspraken te doen over de belastbaarheid op de relevante data. Anamnestische gegevens zijn minder betrouwbaar. Een exacte weergave van de belastbaarheid op de 18e verjaardag van eiseres is daarom volgens de verzekeringsarts b&b niet te geven. Wel maken de beschikbare gegevens voldoende aannemelijk dat het energieniveau van eiseres verminderd was. Zij was meer vermoeid, moest na school geregeld liggen en klaagde bij de huisarts over vermoeidheid. Er waren ook mentale klachten waarvoor behandeling werd ingezet, met name op angsten en stemmingsproblemen. Er waren daarmee op het 18e jaar beperkingen in het functioneren ten aanzien van het niveau van inspanning leveren, omgaan met stress en andere mentale eisen. Volgens de verzekeringsarts b&b is desondanks terecht geoordeeld dat eiseres vier uur per dag belastbaar was. Er zijn onvoldoende objectieve gegevens om een urenbeperking te stellen. Daarbij wordt meegewogen dat eiseres een opleiding volgde: zij haalde binnen de reguliere tijd en zonder vrijstellingen haar MBO-4 diploma voor doktersassistente en haar HBO-propedeuse. Daardoor is medisch gezien niet te onderbouwen dat zij niet ten minste vier uur per dag belastbaar was. Ook blijkt uit de scholing en het werken bij [bedrijf] dat eiseres in staat was één uur aaneengesloten te werken.
Verder is volgens de verzekeringsarts b&b niet gebleken dat eiseres het arbeidsvermogen in de periode van vijf jaar na de 18e verjaardag is verloren. Het huisartsenjournaal vermeldt geen dusdanig ernstige klachten dat een geheel verlies van arbeidsvermogen verklaard kan worden. Ook studeerde eiseres in deze periode. Het is evident dat eiseres klachten had en het studeren haar niet gemakkelijk afging, wat ook blijkt uit het schrijven van haar moeder. Desondanks moeten er minimale inspanningen geleverd zijn om de opleiding en de propedeuse binnen de nominale termijn te halen, gedurende een langere periode, wat tegen een vergaande urenbeperking pleit. Er wordt meegewogen dat het volgen van een dergelijke opleiding zwaarder is (qua duurbelasting en cognitieve eisen) dan de taak die in het kader van de Wajong wordt aangewezen. Problemen in de studie kunnen niet zondermeer als argument gelden om te stellen dat eiseres niet vier uur per dag belastbaar was.
Arbeidskundig onderzoek
5. Ook een arbeidsdeskundige en een arbeidsdeskundige b&b hebben onderzoek gedaan.
5.1
De arbeidsdeskundige heeft gerapporteerd dat eiseres heeft laten zien dat zij ondanks haar medische klachten en beperkingen in staat was om een fulltime opleiding te volgen en deze, inclusief noodzakelijke stages, met een diploma af te ronden. Daarmee toont zij aan dat zij in staat was instructies te begrijpen, te onthouden en uit te voeren en in staat was tot het nakomen van regels en afspraken op school en op haar stage(s). Ook heeft zij van 2014 tot 2019 een fulltime HBO-opleiding toegepaste psychologie gevolgd en heeft zij voldoende resultaten behaald om haar studie te vervolgen. Ook in deze periode heeft zij aangetoond dat zij instructies kan begrijpen en onthouden en regels en afspraken kan nakomen. Zij beschikte dus over basale werknemersvaardigheden.
Daarnaast wordt eiseres geschikt geacht voor de taak
bemannen balie (taaknummer 2401)op basis van de door de verzekeringsarts b&b vastgestelde belastbaarheid. In deze taak is geen sprake van zware fysieke inspanning. Het betreft zittend werk, mensen worden kort te woord gestaan en er worden licht administratieve werkzaamheden uitgevoerd. Ook is er geen sprake van veel stress en grote (tijds)druk. Het zijn relatief eenvoudige taken. Eiseres voldoet aan de taakeisen.
De arbeidsdeskundige b&b heeft zich bij dit oordeel aangesloten.
Standpunt eiseres
6. Eiseres heeft zich op het standpunt gesteld dat rond de leeftijd van 18 jaar sprake was van volledige arbeidsongeschiktheid. Subsidiair meent zij dat sprake is van een dusdanige verslechtering in de opvolgende vijf jaar dat zij in aanmerking komt voor een Wajong-uitkering. Meer subsidiair stelt zij dat er tien jaar of langer sprake is van het duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen.
Volgens eiseres geven de medische en arbeidskundige rapportages haar mogelijkheden in onvoldoende mate weer. Er is onvoldoende rekening gehouden met de complexiteit en aard van haar problematiek. Dat eiseres in het verleden bij [bedrijf] heeft gewerkt en in staat was één uur aaneengesloten te werken doet geen recht aan wat zij daarover heeft verklaard. Datzelfde geldt voor de stelling dat zij heeft gestudeerd en in 2014 haar MBO-diploma heeft behaald en in 2015 haar HBO-propedeuse. Er is geen rekening gehouden met de klachten die zij daarbij heeft gehad. Dat zij op bepaalde wijze mijlpalen heeft behaald, wil niet zeggen dat zij geen gemis aan arbeidsvermogen had.
In een aanvullend beroepschrift heeft eiseres zich onder verwijzing naar de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 8 januari 2025 (ECLI:NL:CRVB:2025:20) op het standpunt gesteld dat zij recht heeft op een Wajong-uitkering met ingang van de datum waarop zij haar studie heeft moeten staken, te weten 1 september 2019 of 1 december 2020. Verder benadrukt zij dat zij momenteel in een sociaal isolement verkeert omdat haar belastbaarheid nihil is. Zij is in deze situatie terecht gekomen door een opeenstapeling van onjuiste diagnoses en onjuiste begeleiding. Dit wordt haar nu ten onrechte tegengeworpen.
Standpunt UWV
7. Het UWV stelt dat eiseres in haar beroepsgronden geen nieuwe feiten of omstandigheden aandraagt en daarbij geen medische stukken heeft overgelegd. Gelet op het feit dat het hier gaat om een laattijdige aanvraag is het aan eiseres om met medische informatie te onderbouwen dat de situatie anders was dan nu is aangenomen. Voor zover dit niet meer mogelijk is, dient dit voor rekening van de laattijdige aanvrager te komen. De beoordeling heeft zich terecht beperkt tot de periode van de 18e tot de 23e verjaardag. Uit het dossier blijkt dat eiseres pas op latere leeftijd een forse toename van haar klachten heeft ervaren. Dat heeft plaatsgevonden in een periode waarin eiseres niet meer als jonggehandicapte kan worden gezien op grond van de Wajong.
Overwegingen rechtbank
De peildatum
8. Omdat eiseres haar aanvraag voor een Wajong-uitkering geruime tijd na haar18e verjaardag heeft ingediend, is sprake van een laattijdige aanvraag. In dat geval moet het UWV ook onderzoeken of eiseres binnen (de reeds verstreken periode van) vijf jaar na haar 18e verjaardag alsnog jonggehandicapte is geworden. [1] Volgens vaste rechtspraak draagt de aanvrager in geval van een laattijdige aanvraag de bewijslast om met objectieve medische gegevens aannemelijk te maken dat zij op 18-jarige leeftijd en vijf jaar daarna voldeed aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een Wajong-uitkering, omdat het medisch beeld met het verstrijken van de tijd steeds moeilijker is vast te stellen. [2]
In het geval van eiseres loopt de te beoordelen periode van 23 april 2009 (de datum waarop zij 18 jaar is geworden) tot en met 23 april 2014.
9. Eiseres heeft onder verwijzing naar een uitspraak van 8 januari 2025 van de CRvB aangevoerd dat in haar situatie een andere peildatum dan haar 18e verjaardag gehanteerd dient te worden, namelijk de datum waarop zij haar HBO-studie heeft moeten staken. De rechtbank overweegt dat de CRvB in die uitspraak en in een uitspraak die op dezelfde datum is gedaan [3] heeft geoordeeld dat als een betrokkene al op zijn 18e verjaardag beperkingen ondervindt door ziekte, dit betekent dat vanaf dat moment voor de beperkingen uit die ziekte de vijfjaarstermijn van artikel 1a:1, tweede lid, van de Wajong aanvangt. Gaat een betrokkene met reeds bestaande beperkingen studeren en staakt hij die studie vervolgens na ten minste zes maanden ten gevolge van (een toename van) die beperkingen, dan valt die betrokkene op grond van deze toegenomen beperkingen niet onder artikel 1a:1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wajong. Om die reden gaat er vanaf dat moment ook geen nieuwe vijfjaarstermijn lopen. Een andere uitleg zou betekenen dat studerenden ten opzichte van niet-studerenden een tweede mogelijkheid hebben om op grond van reeds bij aanvang van de studie bestaande beperkingen gedurende vijf jaren alsnog als jonggehandicapte aangemerkt te worden. Uit de wetsgeschiedenis [4] blijkt dat de wetgever dit expliciet heeft willen voorkomen door aan te sluiten bij het eerste moment waarop door een ziekte beperkingen worden ondervonden, aldus de CRvB.
10. In het geval van eiseres staat niet ter discussie dat het ziektebeeld (chronische Lyme) en de bijbehorende klachten al voor het 18e levensjaar tot uiting zijn gekomen. Eiseres heeft dit ook onderbouwd met medische stukken, waaronder het huisartsenjournaal. Hieruit blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat eiseres al bij aanvang van haar studie beperkingen ondervond door haar aandoening, ook al is de diagnose chronische Lyme uiteindelijk pas in 2019 gesteld. Gelet op de hiervoor genoemde overwegingen van de CRvB kan de peildatum daarom niet verlegd worden naar de datum waarop zij haar studie heeft moeten staken en is er op dat moment ook geen (nieuwe) vijfjaarstermijn gaan lopen. De te beoordelen periode blijft de 18e verjaardag van eiseres en de vijf jaren daarna. Dit betekent dat de (verslechtering van de) gezondheid van eiseres in de periode daarna er niet toe kan leiden dat eiseres als jonggehandicapte in de zin van de Wajong wordt aangemerkt.
Arbeidsvermogen
11. Recht op een Wajong-uitkering ontstaat pas indien de betrokkene duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie (arbeidsvermogen) heeft. Het UWV moet daarom eerst beoordelen of eiseres in de periode in geding voldoet aan tenminste een van de volgende voorwaarden:
- eiseres kan geen taak uitvoeren in een arbeidsorganisatie
- eiseres beschikt niet over basale werknemersvaardigheden
- eiseres kan niet een uur aangesloten werken
- eiseres is niet tenminste vier uur per dag belastbaar (dan wel twee uur per dag belastbaar en in staat het minimumloon te verdienen).
Wordt aan tenminste een van de hiervoor genoemde voorwaarden voldaan dan ontbreekt arbeidsvermogen. Vervolgens moet het UWV dan beoordelen of deze situatie duurzaam is.
12. Vast staat dat eiseres van 2010 tot 2014 de opleiding MBO-4 tot doktersassistente heeft gevolgd. Binnen de reguliere studietijd en zonder vrijstellingen heeft zij deze opleiding met een diploma afgerond. Vervolgens is eiseres in 2014 begonnen met de HBO-opleiding toegepaste psychologie. Daarnaast is eiseres in de periode van 1 augustus 2012 tot en met 31 december 2013 werkzaam geweest bij [bedrijf] . De rechtbank is van oordeel dat het UWV het gemotiveerde oordeel van de verzekeringsarts b&b en de arbeidsdeskundige b&b heeft mogen volgen, in de kern gebaseerd op de door eiseres gevolgde opleidingen en verrichte werkzaamheden. Het UWV heeft daarom kunnen concluderen dat eiseres in de te beoordelen periode ten minste vier uur per dag belastbaar was, in staat was één uur aaneengesloten te werken in een taak en over werknemersvaardigheden beschikte. Zoals hiervoor onder 11 opgesomd, bepaalt de Wajong dat in dat geval al sprake is van arbeidsvermogen en geen recht bestaat op een uitkering. Uit hetgeen eiseres heeft aangevoerd kan niet worden aangenomen dat zij in de periode van 23 april 2009 tot en met 23 april 2014 aan één van voornoemde vier voorwaarden niet voldeed.
Uit de beschikbare medische informatie over deze periode blijkt wel degelijk dat eiseres toen al klachten had vanwege de later gediagnosticeerde chronische Lyme, maar van een situatie dat eiseres in die periode geen vier uur per dag belastbaar was of niet in staat was één uur aaneengesloten te werken in een taak of niet over werknemersvaardigheden beschikte, is niet gebleken. In dat geval is al sprake van arbeidsvermogen zoals bedoeld in de Wajong. Eiseres kan daarom over de periode van 23 april 2009 tot en met 23 april 2014 niet als jonggehandicapte worden aangemerkt. Het UWV heeft dan ook terecht geweigerd aan eiseres een Wajong-uitkering toe te kennen.

Conclusie en gevolgen

13. Het beroep is ongegrond. Eiseres krijgt geen vergoeding van de door haar gemaakte proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van mr. A.J.J. Sterks, griffier, op 1 mei 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd om de uitspraak te ondertekenen.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Bijlage: Wettelijk kader

Wajong
Artikel 1a:1
1. Jonggehandicapte in de zin van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen is de ingezetene die:
a. op de dag waarop hij achttien jaar wordt als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft;
b. na de in onderdeel a bedoelde dag als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en in het jaar, onmiddellijk voorafgaand aan de dag waarop dit is ingetreden, gedurende ten minste zes maanden studerende was.
2. De ingezetene die op de dag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, beperkingen ondervindt als gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling, maar op grond van het eerste lid niet aangemerkt wordt als jonggehandicapte, wordt alsnog jonggehandicapte in de zin van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen, indien hij binnen vijf jaar na die dag duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft, indien dit voortkomt uit dezelfde oorzaak als die op grond waarvan hij beperkingen als gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling ondervond, op de dag, bedoeld in onderdeel a of b.
(…)
8. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen met betrekking tot het eerste, vierde en zesde lid nadere regels worden gesteld.
Bedoelde algemene maatregel van bestuur is het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten.
Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten
Artikel 1a
1. Betrokkene heeft geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie als bedoeld in de artikelen 1a:1, eerste lid, 2:4, eerste lid, en 3:8a, eerste lid, van de Wajong, indien hij:
a. geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
b. niet over basale werknemersvaardigheden beschikt;
c. niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur; of
d. niet ten minste vier uur per dag belastbaar is, tenzij hij ten minste twee uur per dag belastbaar is en in staat is per uur ten minste een bedrag te verdienen dat gelijk is aan het minimumloon per uur.
2. Een taak als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, is de kleinste eenheid van een functie en bestaat uit één of meerdere handelingen.

Voetnoten

4.De CRvB verwijst kortheidshalve naar de in de uitspraak van 28 juni 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:1964, onder het kopje ‘Artikel 5.1.5 Begrip jonggehandicapte’ geciteerde wetsgeschiedenis.