ECLI:NL:RBZWB:2025:2651

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 april 2025
Publicatiedatum
1 mei 2025
Zaaknummer
C/02/415234 / HA ZA 23-560 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Hermans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van koopovereenkomst en bestuurdersaansprakelijkheid in een civiele procedure

In deze civiele zaak heeft Ostoy Trading B.V. een rechtszaak aangespannen tegen verschillende gedaagden, waaronder Clearance Brands B.V., Be Clearance B.V. en Glory Brands B.V., met betrekking tot een ontbonden koopovereenkomst voor fitnessflessen. Ostoy had fitnessflessen gekocht van Clearance Brands, maar na levering bleek dat deze flessen niet vrij verhandelbaar waren in Europa, wat leidde tot de ontbinding van de koopovereenkomst. De rechtbank oordeelde dat Ostoy de koopovereenkomst rechtsgeldig had ontbonden en dat Clearance Brands de fitnessflessen moest terugnemen en de koopsom moest terugbetalen. De bestuurders van Clearance Brands werden hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de schade, omdat zij wisten of behoorden te weten dat de vennootschap haar verplichtingen niet zou nakomen. De rechtbank oordeelde dat de bestuurders, evenals de feitelijk leidinggevende, aansprakelijk waren voor de schade die Ostoy had geleden door de tekortkomingen van Clearance Brands. De rechtbank heeft de vorderingen van Ostoy toegewezen, inclusief de terugbetaling van de koopsom en de vergoeding van buitengerechtelijke kosten.

Uitspraak

RECHTBANK Zeeland-West-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: C/02/415234 / HA ZA 23-560
Vonnis van 30 april 2025
in de zaak van
OSTOY TRADING B.V.,
te Ridderkerk,
eisende partij,
hierna te noemen: Ostoy,
advocaat: mr. M.A. T Schroots,
tegen

1.CLEARANCE BRANDS B.V.,

te Moergestel, gemeente Oisterwijk,
hierna te noemen: Clearance Brands,
2.
BE CLEARANCE B.V.,
te Moergestel, gemeente Oisterwijk,
hierna te noemen: Be Clearance,
3.
GLORY BRANDS B.V.,
te Moergestel, gemeente Oisterwijk,
hierna te noemen: Glory Brands,
4.
[gedaagde 4],
te [plaats 1] , [gemeente] ,
hierna te noemen: [gedaagde 4] ,
5.
[gedaagde 5],
te [plaats 2] ,
hierna te noemen: [gedaagde 5] ,
6.
[gedaagde 6],
te [plaats 1] , [gemeente] ,
hierna te noemen: [gedaagde 6] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagden] ,
advocaat: voorheen mr. G.C.L. van de Corput, thans onttrokken.

1.De zaak in het kort

1.1.
Ostoy heeft van Clearance Brands fitnessflessen gekocht. Na levering bleek dat deze fitnessflessen niet vrij verhandelbaar waren in Europa, ondanks informatie van [gedaagden] die op het tegendeel wijst. Die informatie blijkt vervalst te zijn. De rechtbank oordeelt dat Ostoy de koopovereenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden. Dat betekent dat Clearance Brands de fitnessflessen terug moet nemen onder terugbetaling van de koopsom. De bestuurders van Clearance Brands en [gedaagde 6] zullen met Clearance Brands hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van dit bedrag, omdat zij aansprakelijk zijn. De rechtbank zal hierna toelichten hoe zij tot dit oordeel komt.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
– het tussenvonnis van 7 februari 2024 en de daarin genoemde stukken;
– het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 30 mei 2024 waaruit volgt dat de zaak is aangehouden,
– de akte houdende aanvulling grondslagen eis van Ostoy met productie 20;
– de voortzetting van de mondelinge behandeling van 25 februari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.2.
Op 24 februari 2025 om 22:13 uur ontving de rechtbank een bericht van mr. Van de Corput via Veilig Mailen dat hij zich onttrekt als advocaat van [gedaagden] Er heeft zich vervolgens geen nieuwe advocaat voor [gedaagden] gesteld.
2.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
Ostoy exploiteert een groothandel in speelgoed en houdt zich bezig met de im- en export, alsmede agentuur- en commissiehandel in speelgoederen en aanverwante artikelen.
3.2.
Clearance Brands exploiteert volgens het handelsregister een groothandel in parfums en cosmetica, voedings- en genotmiddelen en in consumentenartikelen (non-food). Be Clearance en Glory Brands zijn aandeelhouder en bestuurder van Clearance Brands. [gedaagde 4] is aandeelhouder en bestuurder van Be Clearance en [gedaagde 5] is aandeelhouder en bestuurder van Glory Brands. [1]
3.3.
[gedaagde 6] is de vader van [gedaagde 4] en [gedaagde 5] .
3.4.
Eind augustus/begin september 2021 hebben Ostoy en Clearance Brands een overeenkomst gesloten voor de levering van verschillende goederen door Clearance Brands aan Ostoy, waaronder 156.740 stuks magnetische fitnessflessen in drie kleuren (zwart/rood/blauw) voor een prijs van € 0,64 per stuk. [2]
3.5.
De fitnessflessen zijn van het merk ‘Crivit’.
3.6.
Kort nadat de koopovereenkomst tot stand was gekomen, heeft Ostoy aan Clearance Brands gevraagd om een schriftelijke bevestiging dat de fitnessflessen vrij in Europa verhandelbaar zijn. Bij e-mail van 30 september 2021, ondertekend door ‘ [gedaagde 6] en [gedaagde 5] ’ en afkomstig van het e-mailadres van Glory Brands, is een e-mail van 27 september 2021 aan Ostoy doorgestuurd die afkomstig lijkt te zijn van ‘ [persoon] ’ van Delta Sport Handelskontor GmbH (hierna: Delta-Sport) en gericht is aan Glory Brands. [3] In die doorgestuurde e-mail staat onder meer:

Die Waren sind frei verkaufbar in Europa
und haben keine Restriktionen.
3.7.
Daarnaast is aan Ostoy een ‘
Kaufvertrag’ toegestuurd tussen Delta-Sport en Glory Brands van 30 augustus 2021. [4] In het ‘
Kaufvertrag’ staat onder meer:

Die Ware ist frei von Rechten Dritter.
3.8.
In november/december 2021 heeft Clearance Brands in totaal 156.948 fitnessflessen aan Ostoy geleverd voor een prijs van € 0,64 per stuk, derhalve totaal € 100.446,72. Ostoy heeft de daarvoor gezonden factuur voldaan door betaling van een bedrag van € 98.193,34 en verrekening met een tweetal bedragen. [5]
3.9.
Ostoy heeft na levering van de flessen contact opgenomen met Clearance Brands, omdat de flessen volgens Ostoy niet vrij in Europa kunnen worden verhandeld zonder toestemming van merkhouder Lidl. Clearance Brands heeft vervolgens meermaals toegezegd om de partij fitnessflessen terug te nemen tegen betaling. [6] Dat is niet gebeurd.
3.10.
Bij brief van 5 april 2023 heeft de advocaat van Ostoy de koopovereenkomst met betrekking tot de fitnessflessen ontbonden en Clearance Brands gesommeerd de koopsom vermeerderd met rente en kosten terug te betalen. [7]
3.11.
Op 11 mei 2023 heeft [gedaagde 6] telefonisch aan de advocaat van Ostoy bevestigd dat Clearance Brands de fitnessflessen bij Ostoy ophaalt en de eerste termijn aan Ostoy betaalt.
3.12.
Bij e-mail afkomstig van Clearance Brands is aan Ostoy bevestigd dat de fitnessflessen (met ingang van 26 mei 2023) worden opgehaald en worden betaald. [8]
3.13.
Op 30 mei 2023 heeft Ostoy van het e-mailadres van Clearance Brands het volgende bericht ontvangen: [9]

In een eerder bericht hebben wij U bevestigd dat we vrijdag 26 mei zouden starten met het afhalen en betalen van de fitnessflessen van Ostoy.
Er is enige vertraging in verband met een te ontvangen betaling. Uiterlijk vrijdag 2 juni zullen wij starten met het ophalen en betalen van 33 pallets fitnessflessen. Wij zullen aan Ostoy een afhaalschema sturen en we willen de volledige partij fitnessflessen in de maand juni afgehaald en betaald hebben.
3.14.
Bij brief van 13 juni 2023 heeft de advocaat van Ostoy aan Clearance Brands geschreven dat Clearance Brands niet aan haar verplichtingen jegens Ostoy heeft voldaan en dat het bestuur van Clearance Brands verplichtingen is aangegaan, waarvan zij wist of behoorde te weten, dat Clearance Brands deze niet kan nakomen. Ostoy heeft Clearance Brands gesommeerd een bedrag van € 104.649,07 te voldoen. [10]
3.15.
Op 10 juli 2023 heeft de advocaat van Ostoy een e-mail van Clearance Brands ontvangen waarin staat: [11]

We hebben Uw email met bijgaande brief ontvangen. We zijn ons ervan bewust dat het lang duurt maar wij willen deze kwestie oplossen. Wij hebben een grote partij cosmetische goederen naar een klant in het Midden Oosten. Deze klant zal uiterlijk komende vrijdag 14 Juli as betalen. Na ontvangst van deze betaling zullen wij de fitnessflessen van Ostoy afnemen. Ik hoop dat de bereidheid er is om te wachten tot 14 juli aanstaande.
3.16.
Op 1 september 2023 heeft [gedaagde 6] via het mailadres van Clearance Brands aan de advocaat van Ostoy gemaild: [12]

Wij willen graag tot een oplossing komen in deze vervelende kwestie met Ostoy.
Volgende week is ons, uiterlijk 8 September as, een betaling toegezegd van door ons verkochte goederen.
Na ontvangst van deze betaling zullen we de goederen van Ostoy afnemen.
3.17.
Clearance Brands heeft de fitnessflessen niet bij Ostoy opgehaald en evenmin een bedrag betaald.

4.Het geschil

4.1.
Ostoy vordert – samengevat – :
[gedaagden] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 98.193,34 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 2 december 2021, althans 5 april 2023;
[gedaagden] hoofdelijk te veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis 144.000 fitness-drinkflessen met magneet af te halen bij Ostoy op straffe van een dwangsom van € 50.000,00 per dag(deel);
[gedaagden] te veroordelen tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten van € 1.835,49;
veroordeling van [gedaagden] in de proceskosten.
4.2.
Ostoy legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat hij de koopovereenkomst met Clearance Brands ten aanzien van de fitnessflessen heeft ontbonden. De ongedaanmakingsverbintenissen die daaruit voortvloeien zijn niet nagekomen. De (indirect) bestuurders van Clearance Brands zijn aansprakelijk, omdat hen een ernstig verwijt kan worden gemaakt van het feit dat Clearance Brands haar verplichtingen niet is nagekomen. [gedaagde 6] is als feitelijk leidinggevende van Clearance Brands eveneens daarvoor aansprakelijk.
4.3.
[gedaagden] voeren verweer. [gedaagden] concluderen tot niet-ontvankelijkheid van Ostoy, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Ostoy, met veroordeling van Ostoy in de kosten van deze procedure. Zelfs als zou blijken dat de fitnessflessen niet in Europa verkocht mogen worden, is dat geen tekortkoming van Clearance Brands. Clearance Brands is niet in gebreke gesteld en verkeert niet in verzuim. Onverplicht heeft Clearance Brands aangeboden om de fitnessflessen terug te kopen onder bepaalde voorwaarden. Er is geen onvoorwaardelijke toezegging gedaan. Als er al een toezegging is gedaan, is die gedaan door [gedaagde 6] en niet door de bestuurders van Clearance Brands.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Is de koopovereenkomst rechtsgeldig ontbonden?
5.1.
Tussen partijen staat vast dat zij een overeenkomst met elkaar hebben gesloten op basis waarvan Clearance Brands 156.948 fitnessflessen à € 0,64 per stuk heeft verkocht en geleverd aan Ostoy. Ook staat vast dat de fitnessflessen van het merk ‘Crivit’ zijn. Ostoy stelt dat Clearance Brands tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst, omdat de fitnessflessen niet vrij verhandelbaar zijn in Europa. Crivit is namelijk een merk van Lidl en zonder toestemming van Lidl mag Ostoy de fitnessflessen niet verhandelen. Dat de fitnessflessen vrij verhandelbaar zouden zijn binnen Europa, was wezenlijk voor Ostoy. Zij heeft daar dan ook navraag naar gedaan en [gedaagden] hebben toegezegd dat de fitnessflessen in Europa vrij verhandeld kunnen worden.
5.2.
[gedaagden] betwisten dat Clearance Brands tekortgeschoten is. Die betwisting valt uiteen in twee argumenten. Volgens [gedaagden] zijn er allereerst geen toezeggingen gedaan over de vrije verhandelbaarheid binnen Europa. Daar is ook pas navraag naar gedaan ná het sluiten van de overeenkomst. Daarnaast heeft Ostoy volgens [gedaagden] niet bewezen dat de fitnessflessen niet vrij binnen Europa verkocht kunnen worden.
5.3.
Gelet op deze betwisting door [gedaagden] , zal de rechtbank allereerst moeten vaststellen wat de inhoud van de overeenkomst is. Uit productie 3 bij dagvaarding volgt dat de koopovereenkomst eind augustus 2021/begin september 2021 tot stand is gekomen via verschillende e-mailberichten tussen partijen. Uit die e-mailberichten volgt niet dat er expliciet is gesproken over de vrije verhandelbaarheid van de fitnessflessen. Dat betekent nog niet dat dit geen onderdeel is van de overeenkomst. Volgens vaste rechtspraak wordt de inhoud van de overeenkomst immers bepaald aan de hand van de Haviltex-maatstaf, [13] wat betekent dat het gaat om de vraag welke zin partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen van de overeenkomst mochten toekennen en wat zij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. [14]
5.4.
De rechtbank is van oordeel dat Ostoy – gelet op de omstandigheden – mocht verwachten dat zij de fitnessflessen die zij van Clearance Brands kocht, binnen Europa vrij kon doorverkopen. De overeenkomst is tot stand gekomen via e-mailcontact. Uit de overgelegde e-mails volgt dat partijen eerst overeenstemming hebben bereikt over de goederen en de prijs. De details van de overeenkomst, zoals aantallen en de leveringsdatum, zijn pas later besproken. Niet lang daarna heeft Ostoy gevraagd aan Clearance Brands om een schriftelijke bevestiging van haar leverancier dat de producten vrij verhandelbaar zijn. Een dergelijke bevestiging hebben [gedaagden] eind september 2021 ook aan Ostoy toegezonden, nog voordat de fitnessflessen geleverd werden. Uit het toesturen van deze bevestiging en de bereidheid van [gedaagden] om de fitnessflessen terug te nemen, nadat Ostoy [gedaagden] had laten weten dat zij had ontdekt dat Lidl de merkrechten had van het merk Crivit en zij de flessen daardoor niet zonder toestemming van Lidl in Europa mocht verkopen, blijkt dat in de overeenkomst besloten lag dat de fitnessflessen binnen Europa vrij verhandelbaar zouden zijn. Dat ligt ook voor de hand, aangezien Ostoy een groothandel exploiteert en gevestigd is in Nederland. [gedaagden] wist dan ook dat Ostoy de fitnessflessen kocht om deze door te verkopen. De rechtbank verwerpt het verweer van [gedaagden] dat zij niet wisten dat Ostoy de flessen in Europa wilde verkopen. Een dergelijk verweer strookt immers niet met het toesturen van de bevestiging dat de flessen binnen Europa vrij verhandelbaar zijn.
5.5.
[gedaagden] betwisten weliswaar dat de fitnessflessen niet vrij verhandelbaar zijn in Europa, maar zij hebben die betwisting onvoldoende onderbouwd. Als onweersproken staat vast dat de fitnessflessen van het merk ‘Crivit’ zijn en dat Lidl de merkrechten daarvan heeft, zodat deze niet zonder toestemming van Lidl mogen worden verkocht. Onder deze omstandigheden kunnen [gedaagden] niet volstaan met een ongemotiveerde betwisting.
5.6.
De rechtbank is van oordeel dat het niet nakomen van de toezegging dat de fitnessflessen vrij verhandelbaar zijn in Europa een tekortkoming is die de ontbinding van de koopovereenkomst rechtvaardigt. De rechtbank verwerpt het verweer van [gedaagden] dat Clearance Brands niet in gebreke is gesteld en daardoor niet in verzuim is. Gelet op de omstandigheden van het geval, waaronder de houding van [gedaagden] , is een ingebrekestelling niet vereist om Clearance Brands in verzuim te doen zijn. Vast staat dat de geleverde flessen niet vrij verhandelbaar waren in Europa. Daarop aangesproken, heeft Clearance Brands aangeboden om de flessen terug te nemen. Dat aanbod heeft zij vervolgens meermaals herhaald, maar door een gebrek aan financiële middelen is zij dat aanbod niet nagekomen. Ostoy heeft uiteindelijk de overeenkomst op 5 april 2023 ontbonden, omdat de toezeggingen niet werden nagekomen. Gelet hierop is de ontbinding rechtsgeldig.
5.7.
Het gevolg van deze ontbinding is dat de verbintenissen die al zijn nagekomen, ongedaan gemaakt moet worden. [15] Dat betekent in dit geval dat Clearance Brands de geleverde fitnessflessen moet terugnemen, onder terugbetaling van de door Ostoy betaalde koopsom. Ostoy vordert de volledig door haar betaalde koopsom terug. [gedaagden] hebben gesteld dat Ostoy een deel van de flessen heeft verkocht. Van de in totaal 156.948 geleverde fitnessflessen, zijn er volgens [gedaagden] nog 139.618 stuks over. Ostoy heeft dat niet betwist. Dat betekent dat de rechtbank zal toewijzen dat Clearance Brands 139.618 fitnessdrinkflessen moet afhalen op het bedrijfsadres van Ostoy en dat Clearance Brands het gevorderde bedrag van € 98.193,34 minus de verkochte flessen (17.330 stuks x
€ 0,64 = € 11.091,20) is € 87.102,14 moet terugbetalen aan Ostoy.
5.8.
Ostoy vordert dat de rechtbank aan het ophalen van de fitnessflessen een dwangsom verbindt van € 50.000,00 per dag dat [gedaagden] in gebreke blijven. De rechtbank ziet geen reden om een dergelijke dwangsom op te leggen, nu Ostoy niet heeft onderbouwd wat haar belang bij een dwangsom is.
Zijn de bestuurders van Clearance Brands aansprakelijk?
5.9.
Ostoy vordert dat [gedaagden] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor (onder meer) de terugbetaling van deze koopsom. Ostoy legt hieraan ten grondslag dat de bestuurders wisten of behoorden te weten dat Clearance Brands haar verplichtingen niet zou nakomen. Gebleken is dat de aan Ostoy toegestuurde e-mail en het
Kaufvertragvan Delta-Sport, [16] vervalst zijn. Ostoy heeft een verklaring overgelegd van Delta-Sport waarin staat dat het
Kaufvertragen de e-mail niet in die exacte vorm zijn ondertekend en verstuurd. [17] Clearance Brands komt haar herhaaldelijke toezeggingen om de flessen op te halen en de koopsom terug te betalen, niet na. De bestuurders kan daarvan een ernstig verwijt worden gemaakt. De bestuurders zijn verbintenissen aangegaan waarvan zij wisten of behoorden te weten dat de vennootschap die niet zou nakomen en geen verhaal zou bieden voor de schadevergoeding. Telefonisch is er volgens Ostoy gedreigd met een eigen faillissementsaanvraag.
5.10.
Uitgangspunt is dat een rechtspersoon zelf aansprakelijk is voor de op haar rustende verbintenissen. Wanneer een rechtspersoon tekortschiet in de nakoming van de op haar rustende verbintenissen, kan onder omstandigheden ook de bestuurder(s) van die rechtspersoon aansprakelijk zijn voor schade. Daarvoor is noodzakelijk dat de bestuurder(s) een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Volgens vaste rechtspraak is aansprakelijkheid van een bestuurder onder meer aan de orde indien hij bij het aangaan van verbintenissen wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden. [18] Dit is de zogenaamde Beklamel-norm.
5.11.
In deze zaak is vast komen te staan dat de e-mail en het
Kaufvertragvan Delta-Sport vervalst zijn. Ostoy heeft ter onderbouwing van deze stelling gewezen op het taalgebruik in deze stukken en daarnaast een verklaring van Delta-Sport overgelegd. [gedaagden] hebben dit alles niet weersproken. De flessen zijn – anders dan de vervalste stukken doen vermoeden – niet vrij verhandelbaar binnen Europa. De rechtbank leidt uit het feit dat de stukken vervalst zijn af dat de bestuurders wisten of redelijkerwijs behoorden te begrijpen dat Clearance Brands de toezegging niet zou kunnen nakomen en daarmee tekort zou schieten in de nakoming van de koopovereenkomst. De rechtbank is bovendien van oordeel dat voldoende aannemelijk is gemaakt dat de vennootschap evenmin verhaal zou bieden. [gedaagden] hebben dit ook niet, dan wel onvoldoende, betwist. Clearance Brands is in augustus 2021 opgericht en was dus een start-up. Uit de vele e-mails met toezeggingen van Clearance Brands dat zij de fitnessflessen zou terugnemen, volgt bovendien dat zij afhankelijk is van betalingen van andere klanten om haar toezegging na te kunnen komen. Die nog te ontvangen betalingen worden ook steeds als reden genoemd voor het niet terugnemen van de fitnessflessen. Daar komt bij dat Clearance Brands volgens Ostoy heeft gedreigd met het aanvragen van het eigen faillissement. [gedaagden] hebben dat niet weersproken.
5.12.
De conclusie van het voorgaande is dat Be Clearance en Glory Brands als bestuurders van Clearance Brands hoofdelijk aansprakelijk zijn voor betaling van het bedrag van € 87.102,14. Dit bedrag is de schade die Ostoy lijdt als gevolg van de tekortkoming van Clearance Brands. [gedaagde 4] en [gedaagde 5] zijn op grond van artikel 2:11 BW eveneens hoofdelijk aansprakelijk. Dit artikel is van toepassing in alle gevallen waarin een rechtspersoon in hoedanigheid van bestuurder aansprakelijk is op grond van de wet. [19]
5.13.
Ostoy vordert dat de bestuurders ook hoofdelijk worden veroordeeld tot het afhalen van de fitnessflessen bij Ostoy. Niet duidelijk is waar Ostoy deze vordering op baseert. Het gebrek aan financiële middelen staat er niet aan in de weg dat Clearance Brands een veroordeling tot afhalen van de fitnessflessen zal nakomen. Er is dan ook geen reden om de bestuurders daartoe hoofdelijk te veroordelen. De rechtbank zal die vordering daarom afwijzen.
Is [gedaagde 6] als feitelijk leidinggevende aansprakelijk?
5.14.
Ostoy stelt dat ook [gedaagde 6] aansprakelijk is, hoewel hij formeel geen bestuurder is van Clearance Brands. Volgens Ostoy was [gedaagde 6] de feitelijk leidinggevende van Clearance Brands. Ostoy voert daartoe aan dat alle communicatie via [gedaagde 6] liep. Ostoy heeft alleen in het begin wel eens een keer gesproken met [gedaagde 5] en [gedaagde 4] . Het is ook [gedaagde 6] geweest die steeds namens Clearance Brands de belofte heeft gedaan om de flessen terug te nemen en de koopsom terug te betalen.
5.15.
Ook een feitelijk leidinggevende die verbintenissen namens een vennootschap aangaat terwijl hij weet of behoort te weten dat de vennootschap deze niet zal kunnen nakomen en ook geen verhaal biedt, of bewerkstelligt dat de vennootschap haar verplichtingen niet nakomt, kan aansprakelijk zijn. [20] Als onweersproken staat vast dat alle communicatie via [gedaagde 6] verliep. Ostoy stelt dat de bestuurders en [gedaagde 6] bewust de verplichtingen jegens Clearance Brands niet zijn nagekomen. [gedaagden] betwisten dit niet. Uit de e-mailwisselingen en onbetwiste stellingen van Ostoy volgt dat het steeds [gedaagde 6] is geweest die via het e-mailadres van Clearance Brands heeft toezegt dat de fitnessflessen worden opgehaald. Dat gebeurde telkens niet. De rechtbank leidt hieruit af dat [gedaagde 6] als feitelijk leidinggevende (mede) heeft bewerkstelligd dat Clearance Brands haar verplichtingen jegens Ostoy niet nakwam, althans namens Clearance Brands toezeggingen heeft gedaan waarvan hij wist dat Clearance Brands deze niet zou kunnen nakomen. Dit is onrechtmatig jegens Ostoy en [gedaagde 6] is daarom hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die Ostoy daardoor lijdt, namelijk het bedrag van € 87.102,14.
5.16.
Ostoy vordert dat ook [gedaagde 6] wordt veroordeeld tot het afhalen van de fitnessflessen. Zoals hiervoor ten aanzien van de bestuurders is overwogen, bestaat hiervoor geen grondslag. Die vordering zal daarom worden afgewezen.
Rente en kosten
5.17.
Ostoy vordert betaling van de hoofdsom vermeerderd met wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW. Handelsrente kan alleen worden gevorderd wanneer betaling op grond van de handelsovereenkomst niet tijdig plaatsvindt en niet wanneer schadevergoeding moet worden betaald of een betaling moet plaatsvinden in het kader van ongedaanmakingsverbintenissen. De gevorderde handelsrente is dan ook niet toewijsbaar is. In plaats daarvan zal de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW worden toegewezen. De wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf de datum genoemd in de brief waarmee de overeenkomst is ontbonden, 1 mei 2023. Ostoy heeft niet onderbouwd waarom de wettelijke rente al zou zijn gaan lopen vanaf 2 december 2021.
5.18.
Ostoy vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De hoofdvordering valt niet onder het toepassingsbereik van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De rechtbank zal daarom de gevorderde vergoeding toetsen aan de oriëntatiepunten voor de beoordeling van dergelijke vorderingen uit het Rapport BGK-integraal, onder toepassing van de wettelijke tarieven die geacht worden redelijk te zijn. Dat betekent dat een bedrag van € 1.646,02 wordt toegewezen.
5.19.
[gedaagden] zijn grotendeels in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten van Ostoy (inclusief nakosten) betalen als na te melden.
5.20.
De veroordeling wordt (deels) hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk om aan eiseres te betalen een bedrag van € 87.102,14, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 1 mei 2023, tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt Clearance Brands B.V. om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de betreffende roerende zaken: 139.618 magnetische fitness-drinkflessen af te halen op en te verwijderen van het bedrijfsadres van eiseres ( [adres] ),
6.3.
veroordeelt gedaagden om aan eiseres te betalen een bedrag van € 1.646,02 aan buitengerechtelijke kosten,
6.4.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de proceskosten van € 9.673,63, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als gedaagden niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend,
6.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Hermans en in het openbaar uitgesproken op 30 april 2025.

Voetnoten

1.Productie 2 bij dagvaarding.
2.Productie 3 bij dagvaarding.
3.Productie 4 bij dagvaarding.
4.Productie 5 bij dagvaarding.
5.Productie 6 bij dagvaarding.
6.Productie 7 bij dagvaarding.
7.Productie 8 bij dagvaarding.
8.Productie 10 bij dagvaarding.
9.Productie 11 bij dagvaarding.
10.Productie 12 bij dagvaarding.
11.Productie 14 bij dagvaarding.
12.Productie 17 bij dagvaarding.
13.HR 13 maart 1981, ECLI:NL:HR:1981:AG4158 (
14.Zie ook HR 9 december 2016, ECLI:NL:2016:2821.
15.Artikel 6:271 Burgerlijk Wetboek (BW).
16.Productie 4 bij dagvaarding.
17.Productie 20 bij akte Ostoy.
18.HR 8 december 2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ0758 en HR 6 oktober 1989, ECLI:NL:HR:1989:AB9521.
19.HR 17 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:275
20.Vergelijk Rb. Midden-Nederland 28 februari 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:1223, Rb. Amsterdam 4 mei 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:2144 en Rb. Utrecht 7 november 2012, ECLI:NL:RBUTR:BY3858, r.o. 4.5.