3.1.De rechtbank is van oordeel dat het UWV op goede gronden heeft geweigerd terug te komen van de eerdere besluiten en terecht heeft geweigerd aan eiser een Wajong-uitkering toe te kennen. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
4. De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
5. Aan het bestreden besluit ligt een onderzoek door een verzekeringsarts en een verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) ten grondslag.
De verzekeringsarts heeft het dossier bestudeerd. Eiser is bekend met een lichte verstandelijke beperking, ADHD, diabetes mellitus en een oogafwijking. De verzekeringsarts heeft gerapporteerd dat de bij deze aanvraag overgelegde medische informatie geen wezenlijk andere informatie bevat dan al bekend was bij eerdere beoordelingen, en dat daarom niet kan worden teruggekomen op eerdere besluiten. Ook is bij eiser geen sprake van een wezenlijke verandering met toegenomen beperkingen.
De verzekeringsarts b&b heeft het dossier bestudeerd. Eiser heeft onveranderd beperkingen als gevolg van zijn aandoeningen, zoals eerder vastgelegd in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 11 maart 2013. Er is geen sprake van nieuwe feiten of omstandigheden waaruit blijkt dat de belastbaarheid op het 18e jaar en/of vijf jaar nadien gewijzigd moet worden vastgesteld. Bij de tweede aanvraag is al vastgesteld dat eiser een uitkering ontvangt van de gemeente en sinds 16 februari 2015 naar de dagbesteding gaat bij [organisatie] te [plaats 2]. In bezwaar heeft eiser een rapportage van [verzekeringsarts] ingebracht. Daarin wordt volgens de verzekeringsarts b&b slechts gewezen op de al bekende gegevens onder vermelding dat deze informatie anders moet worden gewogen. Dat is geen nieuw medisch feit. Met al eisers aandoeningen is rekening gehouden en niet gesteld kan worden dat de aangenomen beperkingen onjuist zijn geweest.
6. Eiser stelt dat het onderzoek van het UWV onzorgvuldig is geweest omdat eiser niet fysiek is gezien en een heteroanamnese ontbreekt. Hij meent primair dat hij vanaf zijn 18e jaar recht heeft op een Wajong-uitkering. Subsidiair stelt eiser dat sprake is van nieuw gebleken feiten en omstandigheden waardoor zijn recht op een Wajong-uitkering op een bepaald moment in 2013, 2015 of 2022 is ontstaan. Hij verwijst daartoe naar het rapport van 19 oktober 2022 van [verzekeringsarts] en [arbeidsdeskundige] (Expertise Instituut) en de aanvullende rapportage van 20 december 2022, en naar een brief van 16 mei 2022 van [verpleegkundig specialist] (GGZ-Rebound). Ten aanzien van de Amber-beoordeling ontbreekt volgens eiser een arbeidskundig onderzoek. Meer subsidiair verzoekt eiser de rechtbank om inschakeling van een deskundige.
7. De verzekeringsarts b&b heeft naar aanleiding van eisers beroepsgronden aanvullend gerapporteerd. Zij geeft aan dat een fysiek onderzoek in 2023 geen toegevoegde waarde heeft omdat al medische gegevens over de periode 2012-2017 aanwezig zijn en meer gegevens over deze periode niet alsnog op een fysiek spreekuur kunnen worden verkregen. Eiser wijst in beroep opnieuw naar de in bezwaar overgelegde rapportages van de ingeschakelde [verzekeringsarts], waarin de medische situatie van eiser in 2013 ernstiger wordt ingeschat dan destijds is vastgesteld. Bij deze rapportage zijn echter geen relevante medische gegevens gevoegd. De AWBZ-indicatie van eiser zegt niets over de aard en ernst van ziekte en de eventueel hieruit volgende beperkingen. De verzekerings-arts b&b ziet daarom geen aanleiding om het eerder ingenomen standpunt te wijzigen.
Wat is de strekking van de aanvraag?
8. Volgens vaste rechtspraak moet een aanvraag voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering na een eerdere (gedeeltelijke) afwijzing of intrekking van die uitkering naar zijn strekking worden beoordeeld. Met een aanvraag kan worden beoogd dat (met ingang van de datum waarop dat besluit zag) wordt teruggekomen van het eerdere besluit (artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht; Awb), dat bedoeld wordt een beroep te doen op een regeling bij toegenomen arbeidsongeschiktheid (Wet Amber), of dat om herziening wordt verzocht voor de toekomst (duuraanspraak).