Uitspraak
1.[naam 1] ,te [plaats 1]
[naam 2],
1.De procedure
2.De feiten
- [naam 1] en [naam 2] zijn sinds 15 maart 2016 eigenaar van de percelen kadastraal bekend als [gemeente] , [sectie] , nummers [nummer 1] , [nummer 2] en [nummer 3] . Op deze percelen bevinden zich een woning en bijbehorende tuin. Deze percelen worden hierna genoemd: de woning met tuin.
- De gemeente Zundert is eigenaar van de percelen kadastraal bekend als [gemeente] , [sectie] , nummers [nummer 4] en [nummer 5] . Deze percelen van de gemeente grenzen aan voormelde percelen van [naam 1] en [naam 2] . Op deze percelen bevindt zich de openbare weg die bekend staat als [straat] . Deze percelen worden hierna genoemd: de gemeentepercelen.
Tussen de woningen [straat] [huisnummer 1] en [huisnummer 2] [plaats 1] ligt een strook grond, welke deels door u als tuin in gebruik is genomen, dat in gemeentelijke eigendom is. Als gemeente willen wij graag het gebruik en eigendomspositie met elkaar in overeenstemming brengen. Nu bieden wij daartoe de mogelijkheid middels het te koop aanbieden van deze strook grond.(…)”
3.Het geschil
4.De beoordeling
een ander(onderstreping door de kantonrechter) dan de gemeente Zundert . Het doet er daarbij niet toe wie die ander is of wie die anderen zijn. In dit kader voert de gemeente Zundert nog aan dat uit de koopovereenkomst tussen [naam 4] en [naam 5] (de huidige eigenaar van de naastgelegen woning met tuin aan de [straat] [huisnummer 1] ) volgt dat [naam 4] zich geen eigenaar waande van de gemeentegrond die hij met [naam 3] in gebruik heeft genomen. Dit staat echter niet aan inbezitneming door [naam 1] en [naam 2] in de weg. Immers, de betreffende informatie staat in de koopovereenkomst tussen [naam 4] en [naam 5] en nergens blijkt uit dat [naam 3] zich daarbij heeft aangesloten en dus ook geen eigendomspretentie had.