Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellante 1],wonende te [woonplaats 1],
[Holding] Holding BV,gevestigd te [vestigingsplaats],
[appellante 3 ],wonende te [woonplaats 2],
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. C/01/257451 HA ZA 13-35)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven (met zeven grieven en dertien producties);
- het pleidooi, waarbij beide partij pleitnotities hebben overgelegd;
3.De beoordeling
“(..) Woon op de refelinse erven [1]/[2] en spreek ook namens [3] dus 3 klachten invoeren aub. De hele achtyerkant van onze tulinen is tot op de bodem rigoreus kaal gehakt..tuur;lijk is het als gemeente goed recht om te doen met de grond wat jullie willen, alleen is deze groenstrook van 3 meter altijd gebruikt als natuurlijke schutting. Ik heb jaren geleden officieel een verzoek gedaan om deze strook grond over te mogen nemen, zodat ik zelf het onderhoud ervan naar eigen inzicht kon doen.. dat was afgewezen. In het licht van deze actie en nu mijn tuin geheel onbeschut in contact is met het gemeenteveld, wil ik nogmaals een officieel verzoek indienen om de strook bij te mogen kopen.. het gaat om een strook van 3 meter achter de huizen [1]/[2] en [3]. (…)”
“(…) Ik zal mij eerst even voorstellen, mijn naam is [appellante 1], ik woon met mijn zoon op de [straatnaam] [1]/[2] en [3]. De groenstrook achter mijn huis is vandaag rigoreus gekort door de plantsoenendienst in opdracht van de gemeente. Hierdoor is mijn hele achtertuin in het zicht komen te staan van het gemeenteveld achter. De inbraakgevoeligheid is hierdoor vele malen groter geworden. (….) Ik stel u hierbij persoonlijk verantwoordelijk als op korte termijn (binnen 6 maanden) in een of meerdere van mijn huizen ingebroken wordt. (…) Verder stel ik mij op het standpunt dat u mij nu dwingt een schutting neer te zetten, waar dat nog mooit nodig is geweest omdat het bestemmingsplan een 3 meter groene strook heeft bepaald die nu geen groene strook meer genoemd kan worden. Ik hoop op een schadevergoeding vanuit de gemeente of een bijdrage voor het aanleggen van een schutting die ik eigenlijk niet wil hebben. (…)”
“(…) Ik wil nog enkele feiten beaccentueren en tevens wil ik mij beroepen op de wet verjaring van grondzaken (…)(…)- Ik heb zo’n 12 jaar geleden een paar draden gespannen vanaf de tuinhek naar de grote eikenboom en zo op 1 lijn verder het stuk grond (deel van de groenstrook) wat aan mijn tuin grenst. Deze draad diende als bescherming tegen nachtelijke insluipers en kan tevens als erfafscheiding gezien worden. Deze is afgelopen vrijdag weggehaald net zoals het fietsenrekje met betonblok dat uit de grond is getrokken door de mensen van de plantsoenendienst.- Het stuk grond (deel groenstrook wat aan mijn tuin grenste) is al meer dan 10 jaar door mij in gebruik genomen o.a. als fietsenrek, houtopslag, plaats voor kliko’s, parkeerplaats voor de aanhanger, tuinstoelen, etc.- ik heb 15 jaar geleden en 11 jaar geleden bomen en struiken (Lauriers, Hazelaar, Rododenderon) geplant op de groenstrook (mijn kant van de draad die als afscheiding diende). Deze bomen zijn nu allemaal kapotgezaagd.- Ik wil hierbij beweren dat het stuk grond tussen mijn oude erfafscheiding en de grote eikenboom en dat doorgetrokken nu mijn eigendom is door langdurig gebruik. (…).(…)- Ik verzoek hierbij de gemeente om de kadastrale gegevens aan te passen, daar door langdurig gebruik (meer dan 10 jaar) het grondstuk tot aan de lijn van de waar de eikenboom staat bijgeschreven als eigendom beschouwd mag worden en hoort bij het grondstuk van [straatnaam] [1]/[2]/[3]. (..)”
“ (…) Zoals eerder vermeld heeft de plantsoenendienst de erfscheiding die door een draad was begrenst helemaal genegeerd en zelfs de draad, de fietshouderblok en elektra uit de grond getrokken. een groot deel van de groenstrook van 3 meter is al meer dan 10 jaar en ik wil zelfs beweren meer dan 20 jaar onderhouden door de bewoners en meer dan de helft van de groenstrook achter de percelen [straatnaam] [1], [2] en [3] is al meer dan 10 jaar en ik beweer zelfs meer dan 20 jaar in gebruik genomen voor fietsenstalling, berging, ruimte voor kliko’s, opbergruimte voor hout, tuingereedschap en een deel is bijgetrokken bij de achtertuin. Deze huizen staan hier al ruim 40 jaar en ik stel dus dat deze grond nu door verjaring (…) ”
“(…) Tevens willen wij u nog wijzen op een melding over de processierups, waarbij wij u oop 25 mei 2009 een bezoek hebben gebracht. Wij werden uitgenodigd voor inspectie te voeren op de eik grenzend aan zijn achtertuin voor processierups. Wij hebben geen processierups gevonden. Wel hebben we geconstateerd dat u onze beplanting gebruikt als begrenzing voor uw tuin. Wij hebben toen al gewezen op het gevaar, dat als wij gaan snoeien hij erg open zou komen te liggen. Tevens hebben wij u er toen op gewezen dat u uw eigendommen op gemeentegrond heeft staan. U heeft dit voor kennisgeving aangenomen.Verjaring(…) Wij zijn als gemeente eigenaar van de groenstrook. Door de onderhoudswerkzaamheden en de kadastrale gegevens kan er geen misverstand bestaan over het eigendom van de gemeente. Wij melden u nadrukkelijk dat er geen sprake is van verjaring waardoor het eigendomsrecht naar u is overgegaan. Wij gaan daarom ook niet akkoord dat u de groenstrook in gebruik neemt. (…)Verzoek aankoop groenstrook(…) U heeft al eerder een verzoek gedaan om de strook aan te kopen. Wij hebben dit verzoek afgewezen. Wij hebben uw hernieuwde verzoek, wederom inhoudelijk beoordeeld. Wij wijzen uw verzoek tot aankoop van een gedeelte van het perceel openbaar groen af. De reden hiervan is, dat dit stuk openbaar groen wordt gezien als beeldbepalend voor de wijk. (…) Uw achtergrens loopt in een lijn met de woningen van [X] t/m [3]. Wij willen daar geen vertanding in aanbrengen. (…)”
‘tuinstrook’(voor de eerste 3 meter uit de kadastrale grens die [appellanten] als tuin hebben gebruikt) en
‘groenstrook’(voor het resterende gedeelte daarvan) .
- (I t/m VI): verklaringen voor recht dat [appellanten] niet door verjaring eigendom hebben verkregen van de tuinstrook en de groenstrook op het perceel van de gemeente;
- (VII t/m XII): verklaringen voor recht dat de gemeente (onbezwaard) eigenaar is van de tuinstrook en de groenstrook achter de percelen [straatnaam] [1], [2] en [3];
- (XIII t/m XVIII: veroordeling van [appellanten] tot ontruiming van de tuinstrook en de groenstrook, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
- (XIX) veroordeling van [appellanten] in de proceskosten.
I. verklaring voor recht dat de strook grond van 30 bij circa 5,5 meter achter hun percelen eigendom is geworden van [appellanten] door verjaring ex art. 3:105 BW juncto art. 3:306 BW; II. veroordeling van de gemeente tot medewerking aan de inschrijving van die eigendomsverkrijging in de openbare registers, op straffe van verbeurte van een dwangsom;