Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 oktober 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende] , uit [plaats 1] , belanghebbende,
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
- Een navorderingsaanslag IB/PVV over het jaar 2016 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 27.948 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 454. Gelijktijdig met de vaststelling van de navorderingsaanslag heeft de inspecteur belanghebbende € 1.113 belastingrente in rekening gebracht en een boete van € 1.402 opgelegd (zaaknummer 23/4080);
- Een navorderingsaanslag Zvw over het jaar 2016 naar een bijdrage-inkomen van € 21.381. Gelijktijdig met de vaststelling van de navorderingsaanslag heeft de inspecteur belanghebbende € 1.085 belastingrente in rekening gebracht (zaaknummer 23/4081);
- Een navorderingsaanslag IB/PVV over het jaar 2017 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 44.528. Gelijktijdig met de vaststelling van de navorderingsaanslag heeft de inspecteur belanghebbende € 2.103 belastingrente in rekening gebracht (zaaknummer 23/4082);
- Een navorderingsaanslag IB/PVV over het jaar 2017 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 44.528. Gelijktijdig met de vaststelling van de navorderingsaanslag heeft de inspecteur belanghebbende € 2.103 belastingrente in rekening gebracht en een boete van € 3.407 opgelegd (zaaknummer 23/4083).
- Een navorderingsaanslag Zvw over het jaar 2017 naar een bijdrage-inkomen van € 30.722. Gelijktijdig met de vaststelling van de navorderingsaanslag heeft de inspecteur belanghebbende € 254 belastingrente in rekening gebracht (zaaknummer 23/4084);
- Een navorderingsaanslag IB/PVV over het jaar 2018 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 31.420 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 1.255. Gelijktijdig met de vaststelling van de navorderingsaanslag heeft de inspecteur € 431 belastingrente in rekening gebracht en een boete van € 833 opgelegd (zaaknummer 23/4085);
- Een navorderingsaanslag Zvw over het jaar 2018 naar een bijdrage-inkomen van € 7.318. Gelijktijdig met de vaststelling van de navorderingsaanslag heeft de inspecteur € 49 belastingrente in rekening gebracht (zaaknummer 23/4086);
- Een aanslag IB/PVV over het jaar 2019 naar een inkomen uit werk en woning van € 20.100. Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de inspecteur € 112 belastingrente in rekening gebracht (zaaknummer 23/4087);
- Een aanslag Zvw over het jaar 2019 naar een bijdrage-inkomen van € 14.009;
- Een naheffingsaanslag OB over de tijdvakken gelegen in de periode 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017 (2017) naar een bedrag van € 8.516. Gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslag heeft de inspecteur € 1.428 belastingrente in rekening gebracht en een boete van € 2.129 opgelegd (zaaknummer 23/4088);
- Een naheffingsaanslag OB over de tijdvakken gelegen in de periode 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 (OB 2018) naar een bedrag van € 1.787. Gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslag heeft de inspecteur € 229 belastingrente in rekening gebracht en een boete van € 446 opgelegd (zaaknummer 23/4089);
- Een naheffingsaanslag OB over de tijdvakken gelegen in de periode van 1 maart 2019 tot en met 31 december 2020 (2019-2020) naar een bedrag van € 20.720. Gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslag heeft de inspecteur € 1.416 belastingrente in rekening gebracht en een boete van € 5.180 opgelegd ((zaaknummer 23/4090).
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
Aangiften BTW
2016.
2017.
2018.
2019.
2020.
Winstcorrectie 1
Correctie omzetbelasting 8
Zonnepanelen (2020)
Geschil
Motivering
Conclusie en gevolgen
.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond voor zover het de boete betreft;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar die betrekking heeft op de boete;
- vermindert de boete naar € 1.000;
- verklaart het beroep voor het overige ongegrond;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 50 aan belanghebbende moet vergoeden;
- veroordeelt de inspecteur tot betaling van € 32,98 aan proceskosten aan belanghebbende;
- verklaart het beroep gegrond voor zover het de boete betreft;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar die betrekking heeft op de boete;
- vermindert de vergrijpboete naar € 800;
- verklaart het beroep voor het overige ongegrond;
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de beslissing op het verzoek om ambtshalve vermindering;
- vermindert de navorderingsaanslag tot nihil;
- vernietigt de belastingrentebeschikking;
- vernietigt de vergrijpboete;
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de navorderingsaanslag tot nihil;
- vernietigt de belastingrentebeschikking;
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de naheffingsaanslag naar € 8.023;
- vermindert de belastingrentebeschikking overeenkomstig;
- vermindert de boete naar € 800;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 184 aan belanghebbende moet vergoeden;
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vernietigt de naheffingsaanslag;
- vernietigt de boete;
- vernietigt belastingrentebeschikking;
- verklaart het beroep gegrond voor zover het de boete betreft;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar die betrekking heeft op de boete;
- vermindert de vergrijpboete naar € 3.420;
- verklaart het beroep voor het overige ongegrond.