Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de klachten
3.Overschrijding van de redelijke termijn in de cassatieprocedure
Voor de boetebeschikking met betrekking tot de periode 1 maart tot en met 31 december 2008 ziet de Hoge Raad geen aanleiding om aan de overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase gevolgen te verbinden. Omdat de boete minder beloopt dan € 1.000 is met de enkele vaststelling dat inbreuk is gemaakt op artikel 6 EVRM, de verdragsschending voldoende gecompenseerd.
De boeten met betrekking tot de kalenderjaren 2009, 2010 en 2011 belopen elk meer dan € 1.000. De Hoge Raad ziet om die reden aanleiding om aan de overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase gevolgen te verbinden en zal elk van die boeten zoals vastgesteld door de Rechtbank, verminderen met 5 procent [2] tot € 2.394 (voor het jaar 2009), € 2.134 (voor het jaar 2010) respectievelijk € 1.225 (voor het jaar 2011).