ECLI:NL:RBZWB:2024:6445
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de invoering van kansspelbelasting en de gevolgen voor exploitanten van kansspelautomaten
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 september 2024, worden de beroepen van een exploitant van kansspelautomaten beoordeeld tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst. De belanghebbende, die kansspelautomaten exploiteert, heeft van 1 juli 2008 tot en met 28 februari 2011 in totaal € 8.284.172 aan kansspelbelasting voldaan. De inspecteur heeft de bezwaren van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarop de belanghebbende in beroep ging. De rechtbank onderzoekt of de invoering van de kansspelbelasting heeft geleid tot een individuele en buitensporige last voor de belanghebbende. De rechtbank concludeert dat de daling van de resultaten van de belanghebbende niet sterker is dan bij andere exploitanten van kansspelautomaten en dat er geen recht op schadevergoeding bestaat. Wel wordt een immateriële schadevergoeding toegekend vanwege de lange duur van de procedures, die in totaal zestien jaar en een maand heeft geduurd. De rechtbank kent een schadevergoeding van € 10.500 toe en vergoedt ook de proceskosten van € 328,13. De beroepen worden ongegrond verklaard, maar de belanghebbende heeft recht op de immateriële schadevergoeding.